Problemen woningmarkt eenvoudig op te lossen

De woningmarkt zit op slot en de discussie over beperking van de hypotheekrenteaftrek woedt hevig. Volgens Leo van de Pas, directeur van Woningmarktcijfers.nl, zijn de problemen met enkele simpele ingrepen snel op te lossen. Door de economische crisis en de sombere berichten in de media laat de huizenkoper het momenteel afweten. Vanwege onzekerheid over mogelijk verder dalende huizenprijzen en beperking van de hypotheekrenteaftrek komt de consument niet van zijn plek. Het gevolg is een matig presterende woningmarkt met tientallen miljarden verlies voor onze economie. Het consumentenvertrouwen kan snel hersteld worden als door de overheid duidelijkheid en zekerheid voor de komende jaren wordt geboden. Lees het volledige bericht in de bijlage PDF

2012 problemen woningmarkt eenvoudig op te lossen

Praktische oplossingen voor de woningmarkt

De discussie rondom hervorming van de woningmarkt en aanpak van de hypotheekrenteaftrek bestaat al vele jaren. Ondanks de verschillende standpunten van politieke partijen lijkt “niets doen” nauwelijks nog een optie. De onrust en onzekerheid bij consumenten over de toekomst blijft en dit doet de woningmarkt en economie geen goed.

Een nieuwe studie van Woningmarktcijfers.nl toont aan dat met creatieve aanpassingen op korte termijn belangrijke hervormingen kunnen worden doorgevoerd. Woningmarktcijfers.nl kiest bewust voor een benadering op burgerniveau, door de gevolgen voor diverse groepen van eigenaren in beeld te brengen. Deze benadering op microniveau levert zeer verhelderende resultaten op en kan wellicht zorgen voor een snel en breed draagvlak bij burgers, maatschappelijke organisaties en de politiek. Vervolgens worden de macro-economische effecten voor Nederland ingeschat.

Financiële gevolgen van een zwakke woningmarkt voor de economie
De daling van het aantal woningtransacties in 2009 met 30%, leverde niet alleen 1 miljard minder overdrachtsbelasting op, ook de gehele diensten- en productensector rondom de eigen woning leverde miljarden in. Dit ging ten koste van veel werkgelegenheid en daling van inkomsten bij de overheid, zoals omzetbelasting, inkomsten- en vennootschapsbelasting. Een snel herstel van de woningmarkt is om meerdere redenen wenselijk. De voorstellen van Woningmarktcijfers.nl dragen hiertoe bij.

Wijzigingen voor nieuwe kopers:
– De overdrachtsbelasting wordt per direct afgeschaft 
– De leenquote wordt naar beneden bijgesteld
– De hypotheekkosten zijn niet meer dubbel aftrekbaar, de eenmalige aftrek vervalt
– NHG grens blijft op huidige niveau, de afsluitpremie wordt verhoogd tot 1%

Een greep uit de voorgestelde aanpassingen voor alle eigenwoningbezitters:
– De onroerendezaakbelasting OZB wordt per direct afgeschaft
– Het eigenwoningforfait wordt per direct afgeschaft
– De huidige koopsubsidie en startersleningen worden afgebouwd
– De eerste € 4.000 hypotheekrente is tot 100% aftrekbaar in box1 (basisaftrek)
– De meerdere hypotheekrente is aftrekbaar tot 60% in jaar 1, aflopend tot 31% in jaar 30
– De eigen woning en woningschuld gaat naar box3, er is een vrijstelling van € 600.000

De volgende effecten worden hierdoor verwacht:
– De onzekere situatie neemt af en dit zal leiden tot een snel herstel van de woningmarkt 
– Er zal meer doorstroming zijn, met positieve effecten voor de arbeidsmarkt en economie
– Het risico van overfinanciering (hypotheken tot max. 106% koopsom) wordt verkleind
– Financiële risico’s voor burgers nemen niet toe
– Besparingen en extra opbrengsten verbeteren de financiële positie bij de overheid
– Woningprijzen blijven stabiel met een licht afvlakkende prijsontwikkeling in de toekomst

In bijgevoegd rapport vindt u een uitvoerige beschrijving van alle voorstellen, de aanleiding en verwachtingen, evenals de resultaten van de berekeningen voor diverse prijssegmenten.

Download hier de rapportage

De Toekomst van Parkstad Limburg

Wat elke burger, ondernemer en bestuurder van Parkstad moet weten.

Inleiding
Als geboren Noord Limburger, maar sinds 1974 woonachtig en werkzaam in Parkstad, mag ik mij Parkstedeling noemen. De regio en de toekomstige ontwikkelingen gaan me aan het hart, vandaar deze brief. Ik maak mij zorgen over de toekomst en wil een aantal ontwikkelingen en cijfers graag met u delen. Niet om onnodig kritisch of negatief te zijn, veeleer als een oproep om alle positieve zaken te stimuleren en alle kansen, hoe groot of klein ook, aan te grijpen. Voor de komende jaren is naast inzicht vooral lef, moed en doorzettingsvermogen van bestuurders en ondernemers nodig om positieve doelstellingen te verwezenlijken. Ik zal een aantal onderwerpen in vraag- en antwoord vorm behandelen. Enkele grafieken zijn toegevoegd om de cijfers te ondersteunen.

Wat is er aan de hand?
Terwijl de wereldbevolking de komende decennia nog zal groeien van 6 naar 8 miljard mensen, zien we in verschillende Europese landen een structurele daling van de bevolkingsomvang. Ook in Nederland is deze ontwikkeling gaande. Niet op nationaal niveau, waar nog sprake is van een groei tot 17,5 miljoen in 2040, maar wel in diverse landelijke gebieden, waarvan Zuid Limburg er één is. Parkstad loopt in deze ontwikkeling voorop. Recente voorspellingen van CBS en Etil geven aan dat de bevolking van Parkstad (incl. Nuth) zal dalen van 250.000 nu tot 190.000 in 2040, een afname van 60.000 inwoners. Het zal duidelijk zijn dat deze daling een enorme impact zal hebben op de vastgoedmarkt en overige economische activiteiten in Parkstad en Zuid Limburg. Tegelijkertijd zien we dus gebieden zoals de Randstad, die grote inspanningen moeten leveren om de groei te verwerken, en regio’s die alle zeilen moeten bijzetten om zich aan te passen aan de krimp. Het moge duidelijk zijn dat deze ontwikkelingen om regionaal denken en regionale aanpak en oplossingen vraagt. Terwijl groei gemakkelijker is te financieren uit extra inkomsten, zijn de financiële gevolgen van krimp veel lastiger te financieren. Toch bieden krimp en vergrijzing ook nieuwe kansen.

Waarop krimpt Parkstad als een van de eerste regio’s in Nederland
Voor groei of daling van de bevolking zijn twee aspecten van belang, de natuurlijke ontwikkeling (geboorte en sterfte) en migratiebewegingen. Wil een bevolking op natuurlijke basis constant blijven, dan zal elke vrouw 2,1 kind moeten krijgen. Vanwege economische en maatschappelijke factoren ligt dit cijfer in sommige gebieden van Limburg nu al rond de 1,6. Het is niet moeilijk om uit te rekenen dat met dit geboortecijfer de bevolking elke generatie met 20% zal afnemen. De groei component vanwege het alsmaar ouder worden van de mensheid levert slechts een geringe bijdrage. De reden dat met name Zuid Limburg, en daarbinnen Parkstad, als eerste met dit gegeven wordt geconfronteerd, moet voornamelijk gezocht worden in een onevenwichtige opbouw van de bevolking naar leeftijd. In de bloeiperiode van de mijnontginningen kwamen veel jonge werknemers uit alle delen van Nederland en Europa naar Zuid Limburg om daar emplooi te vinden in de mijnindustrie. De bevolking groeide in de naoorlogse periode dan ook explosief. Door het wegvallen van de mijnindustrie kreeg Parkstad rond 1970 ook al eens met bevolkingskrimp te maken. De verhuizing van instellingen zoals het ABP en het CBS naar Heerlen heeft dit deels gecompenseerd. Het migratieaspect heeft voornamelijk met de economische ontwikkelingen en kansen op de arbeidsmarkt te maken. Is er voldoende werkgelegenheid? Is er een positief vestigingsbeleid? Verder speelt het imago van een regio een rol.

De demografische ontwikkelingen zijn al langer bekend, wat zijn de laatste cijfers?
De ontwikkelingen zijn inderdaad niet nieuw. Al in 1997 voorspelde Wim Derks van de Universiteit Maastricht  dat Limburg rond 2007 haar top zou bereiken wat bevolkingsomvang betreft. Uiteindelijk bleken processen alleen maar sneller te verlopen en was de daling vanaf 2002 een feit, in Zuid Limburg zelfs vanaf 1997. De mogelijkheid om in België en Duitsland een woning te kopen met aftrek van hypotheekrente heeft dit proces versterkt. In Kerkrade bijvoorbeeld neemt de bevolking sinds 1992 af, ondanks een groei van inwoners met een Duitse nationaliteit. Na 1997 vertrekken steeds meer Duitse migranten, waardoor de bevolkingsomvang inmiddels al met 10% is gedaald tot 48.000. Zuid Limburg neemt des te meer een unieke positie in, omdat alle omringende gebieden zoals Noord Limburg, Belgisch Limburg en de regio Aken nog met groei te maken hebben. Jaarlijks verhuist 5% van de Nederlanders. Hiervan blijft 65% binnen de eigen gemeente wonen, 15% binnen de regio en nog eens 15% blijft binnen de provinciegrenzen. Ongeveer 5% van de verhuizingen is afkomstig buiten de provincie of uit het buitenland. Bedrijfsverplaatsingen vinden eveneens overwegend binnen de eigen regio plaats. Hieruit blijkt dat het een lastige opgave is om bedrijven en/of mensen uit andere gebieden aan te trekken. Zuid Limburg grenst bovendien bijna geheel aan het buitenland (België en Duitsland). Sinds in 2001 de hypotheekrenteaftrek voor wonen in het buitenland werd toegestaan, vertrokken er meer mensen naar België en Duitsland dan dat er omgekeerd binnenkwamen, een negatief migratiesaldo dus. Het lagere prijspeil van woningen speelde hierbij een grote rol. Een groep Duitsers, die in de jaren tachtig een aantrekkelijke premie A woning in Parkstad konden kopen, vertrok weer terug naar Duitsland. Het is nauwelijks aannemelijk dat geboortecijfers weer gaan stijgen. Het vasthouden van die steeds kleiner wordende groep jongeren is een volgend probleem. Na een studie elders keert deze groep nauwelijks terug, maar blijft op plaatsen wonen, waar meer kansen liggen voor een aantrekkelijke beroepscarrière. Het aantrekken van jonge gezinnen van elders is de laatste optie, maar ook deze missie kan alleen slagen als in de regio voldoende nieuwe economische activiteiten en overig aantrekkelijke condities aanwezig zijn.

Hebben de bestuurders van Parkstad tijdig ingegrepen?
Je zou verwachten dat een streek die geconfronteerd wordt met een forse bevolkingsontwikkeling alert is en met maatregelen probeert bij te sturen. Tot en met 2005 was hiervan echter geen sprake. Groei is sexy en levert economische revenuen op, daarentegen roept krimp negatieve associaties op en bovendien moet de krimp op een andere manier gefinancierd worden. Krimp kost dus geld. Krimp was  een nieuw fenomeen, waar in Nederland nog geen enkele ervaring mee was opgedaan. Met name politici bleven steken in de ontkenningsfase. Met extra impulsen in de woningbouw probeerde menig wethouder zelfs inwoners uit buurgemeenten aan te trekken. Pas op het moment dat er landelijk aandacht kwam voor een dalende bevolking in bepaalde streken van Nederland, drong ook in Parkstad Limburg het besef door, dat ontkennen geen enkele zin had. In 2005 ging de concept woonvisie van Parkstad bijvoorbeeld nog uit van een groei van de woningvoorraad met 12.000 woningen tot 2010. Op aandringen van de Provincie en marktsector is deze ambitie naar beneden bijgesteld tot 7.000. In de loop van 2009 zijn de programma’s tot 2020 aangepast en gaat met uit van een afname van de woningvoorraad met 12.000 stuks. Het heeft dus erg lang geduurd voordat nieuwe inzichten werden omgezet in concrete acties. Voor elke woning die wordt gebouwd zullen er straks 2 moeten worden gesloopt.

Wat zijn de gevolgen voor de woningmarkt?
Krimp van bevolking leidt niet onherroepelijk tot een afname van bijvoorbeeld de woningvoorraad. Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de gezinsverdunning, zorgen er voor dat er steeds minder mensen in één huis wonen. De afname van het aantal huishoudens houdt dus geen gelijke tred met de daling van de bevolking. Niettemin is in Parkstad de daling van het aantal huishoudens al ingezet. Naar verwachting zal het aantal huishoudens tot 2040 in Zuid Limburg met 40.000 afnemen, waarin Parkstad een aandeel heeft van 18.000. De afname van het aantal huishoudens komt geheel voor rekening van de huishoudens met meerdere personen. De eenpersoonshuishoudens groeien voorlopig nog, maar dit gegeven drukt het gemiddelde huishoudinkomen en heeft consequenties op de gezinsbestedingen. Het zegt ook iets over de grootte van woningen en de betaalbaarheid daarvan. De leeftijd is een ander aspect dat van belang is voor de koopbereidheid. Huishoudens boven 65 jaar zijn nauwelijks nog actief op de koopmarkt, na verloop van tijd doet men eerder afstand van de eigen woning. Huishoudens tot 65 jaar dalen in omvang van 86.000 naar 55.000. Deze gegevens kunnen leiden tot een groter aanbod en afname van de vraag waardoor het aantal woningtransacties met 30% kan dalen en prijzen verder onder druk komen te staan. In de betere jaren lag het aantal woningtransacties in parkstad op 3.000, in 2009 gedaald tot 1.800 stuks. De grafiek laat zien dat Parkstad de landelijke prijsontwikkeling niet kan volgen. In 1993 was er sprake van een klein prijsverschil. Op dit moment is een woning in Parkstad gemiddeld  €  35.000 goedkoper dan in Limburg en € 76.000 goedkoper dan in Nederland. Het prijsniveau in Parkstad behoort tot de laagste in Nederland.

Lagere prijzen, dat is toch prima voor kopers?
Een lagere woningprijs is inderdaad gunstig voor de startende koper en kopers die van elders naar Parkstad komen. Voor iemand die binnen Parkstad doorstroomt maakt het niet zoveel uit. Koopprijs en verkoopprijs liggen allebei lager. Een verkoper die niets terugkoopt of buiten Parkstad gaat kopen merkt het uiteraard wel in zijn portemonnee. Een matige of negatieve prijsontwikkeling maakt het doorstromen een stuk moeilijker. Het duurt jaren voordat de 10% kosten koper zijn terugverdiend en de kans op overwaarde is een stuk geringer. Voor de nieuwbouwsector zijn de gevolgen mogelijk nog groter. Het prijsniveau wordt dermate laag dat nieuwbouwprojecten tegen marktconforme prijzen nauwelijks nog weg te zetten zijn. De kwaliteitsslag die men wil maken door meer zorgwoningen en levensloopbestendige te realiseren, is hierdoor lastig uit te voeren.

Worden nog meer sectoren getroffen, of is het alleen de woningmarkt?
Het onderwijs kreeg de eerste tik. De daling van het aantal geboorten was als eerste merkbaar in de babyindustrie en kinderopvang. Na verloop van tijd kreeg ook het basisonderwijs met minder aanwas van leerlingen te maken. In 5 jaar tijd is het aantal inwoners van 0 tot 14 jaar met 5.000 afgenomen. Tot 2040 neemt deze groep naar verwachting met nog eens 12.000 personen af. Op termijn zorgt deze daling voor minder klaslokalen, scholen, minder leerkrachten en in de kleine kernen wordt het steeds lastiger om onderwijsvoorzieningen op peil te houden. Inmiddels is de afname van leerlingen doorgedrongen tot het middelbaar onderwijs. Juist in een periode dat diverse nieuwe (brede) scholen werden gebouwd, kwamen schoolbesturen tot de ontdekking dat nog op teveel groei was gerekend. Later krijgt ook het hoger onderwijs met dit gegeven te maken. De vraag is of onderwijsinstellingen de financiële consequenties van deze afname kunnen dragen.

Worden winkelvoorzieningen en dienstverlening bedreigd?
De afname van de bevolking zal leiden tot een steeds verder afnemende gezinsconsumptie. Stel maar voor, 60.000 inwoners en 20.000 huishoudens minder á € 25.000 per jaar is al gauw een bestedingsuitval van € 500.000.000 op jaarbasis. Hierdoor ontstaan overschotten in winkelvoorzieningen en andere dienstverlenende sectoren. Het feit dat steeds meer huishoudens met één inkomen moeten rondkomen zal deze ontwikkeling verder versterken. Ondanks het feit dat er straks overschot in winkelvoorzieningen dreigt, word momenteel het aantal m2 winkelvoorzieningen nog steeds uitgebreid. Op minder aantrekkelijke locaties zal dit snel tot leegstand en verpaupering leiden. De woonboulevard is momenteel een trekker van formaat, met vele bezoekers uit de grensregio’s en dat is een geweldige zaak. Maar je moet er niet aan denken dat er in onze buurlanden dergelijke centra worden opgezet.

En gevolgen voor de werkgelegenheid in bedrijven?
Na de onderwijsperiode zet de daling door in de potentiële beroepsbevolking. Deze daalt de komende 30 jaar met ongeveer 73.000. De feitelijke beroepsbevolking zal met ongeveer 48.000 afnemen. Uiteraard zullen technologische ontwikkelingen niet stil staan. Het is nu nog niet duidelijk hoeveel mensen er straks nodig zijn om dezelfde productiviteit te leveren als op dit moment. Parkstad Limburg zet onder meer in op toerisme. Toerisme is een arbeidsintensieve bedrijfstak. Daarnaast valt vanwege de toenemende vergrijzing te verwachten dat er meer mensen in de zorgsector nodig zullen zijn. Er is daarom een reële kans aanwezig, dat er over 20 jaar te weinig mensen zijn om de huidige banen in te vullen. Tot dat tijdstip bereikt is, kan de werkeloosheid in principe tot 0% dalen. Daarna wordt een positief migratiesaldo een must. Lukt dit niet, dan bestaat het gevaar dat bedrijven wegtrekken, omdat elders in Nederland of in het buitenland wel gemakkelijk werknemers kunnen worden gevonden. Hierdoor kan er sprake zijn van een daling van de behoefte aan nieuwe bedrijfsterreinen. De plancapaciteit van bestaande en nieuwe terreinen is fors, terwijl op het gebied van nieuwe kantoren eveneens eerder aan groei dan aan krimp wordt gedacht. Een kwaliteitsslag is prima, echter dit kan niet als er niet gelijktijdig over oplossingen van leegstaande gebouwen en terreinen is nagedacht.

Zijn er ook gevolgen voor bestuurlijk Parkstad?
Een daling van bevolking leidt direct tot daling van inkomsten bij gemeenten. Gemeenten ontvangen namelijk per hoofd van de bevolking een bijdrage uit het gemeentefonds. Daarnaast is de prijsontwikkeling van onroerend goed van belang voor inkomsten uit de onroerende zaak belasting. Een gedeeltelijke compensatie lijkt mogelijk door de tarieven te verhogen, maar dit kan natuurlijk niet eindeloos doorgaan. Het meer of minder kunnen uitgeven van bedrijventerreinen is ook direct van invloed op de inkomsten van een gemeente. Hierdoor ontstaat het gevaar dat gemeenten steeds meer moeite zullen krijgen met het opmaken van een sluitende begroting. Minder inkomsten zullen moeten leiden tot minder uitgaven, tenzij op extra bijdragen van de rijksoverheid kan worden gerekend. Anders kunnen bijdragen aan cultuurvoorzieningen en andere maatschappelijke voorzieningen onder druk komen te staan. Door verdere fusies of andere samenwerkingsverbanden kan niet alleen worden bezuinigd op kosten,  maar mogelijk ook een efficiency slag worden gemaakt door kennis en kwaliteiten van diverse ambtenarenkorpsen te bundelen. Voor een verregaande herindeling zijn nog een aantal jaren te gaan en is rendement op de korte termijn niet te verwachten. Ik heb sterk de indruk dat burgers uiteindelijk weinig moeite zullen hebben met een wat grotere afstand tot het bestuurscentrum, als daardoor meer kwaliteit voor minder kosten kan worden geboden.

Is er dan niks positiefs over Parkstad te melden?
Parkstad heeft de afgelopen jaren ook zeker vooruitgang geboekt. Op het gebied van veiligheid, cultuur en toerisme zijn prima zaken gedaan. De laatste onderzoeken en plaatsen op ranglijsten doen meer recht dan ooit aan de plek die Parkstad verdient. Voor toekomstige ontwikkelingen speelt het imago van een regio immers een grote rol. De lage woningprijzen kunnen mensen aantrekken van elders, met name senioren, die niet direct meer van werken afhankelijk zijn. Een goed voorzieningenniveau op medisch, sociaal en cultuurgebied is hiervoor echter van eminent belang. Het beleid moet dan ook eerder gericht zijn op het versterken van de bestaande identiteiten en mogelijkheden, dan het zoeken naar nieuwe opwindende kreten die nauwelijks zijn onderbouwd. Slogans als Heerlen Telematicastad hebben uiteindelijk niets opgeleverd. Betrek burgers en bedrijven meer bij de langetermijnvisie en draag de positieve zaken uit. Uiteindelijk zal een dergelijk beleid nodig zijn, dat er voor zorgt dat negatieve ontwikkelingen niet worden versterkt  waardoor Parkstad in een blijvende neerwaartse spiraal terecht komt. Vermoedelijk kan de regio dit, wat financiën en bestuurskracht betreft, niet zonder hulp van provincie en rijk oplossen.

Wat hebben we van de rijksoverheid te verwachten?
Minister van der Laan gaf eerder aan niet meer in krimpgebieden te willen investeren. Gelukkig lijkt de minister tot nieuwe inzichten te komen. Je zou van de rijksoverheid mogen verwachten dat zij extra middelen aan de krimpregio’s ter beschikking stelt, bijvoorbeeld door de bijdrage per hoofd van de bevolking te verhogen of andere fiscale voordelen te gunnen. Een speciaal stimuleringsbeleid kan ook, waardoor er meer spreiding van economische ontwikkelingen over het land mogelijk is. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de sterke groei in regio’s als de Randstad kan worden geremd. De groei van de bevolking in Flevoland is in de komende 30 jaar ongeveer even groot als de daling in Limburg. Almere vraagt alleen al aan het rijk een bijdrage van € 5 miljard ter financiering van groei en nieuwe voorzieningen. Een dergelijk beleid kan er tevens voor zorgen dat de knelpunten voor de ruimtevragende beleidsterreinen zoals wonen, werken en mobiliteit in de overdrukke gebieden afnemen. Zouden de miljarden die nodig zijn voor de invoering en instandhouding van de kilometerheffing niet op een veel betere manier kunnen worden besteed?

Krijgt de vergrijzing voldoende aandacht?
De groei van het aantal senioren vraagt op diverse maatschappelijke fronten om aanpassingen. Er komt een grotere vraag naar specifieke en gemakkelijk toegankelijke woningen, de zorgsector zal extra inspanningen moeten leveren en zo zijn er meer zaken die spelen. De senior heeft meer vrije tijd en dat vraagt om voorzieningen op sportief, cultuur en maatschappelijke terrein. Het is aannemelijk dat de senior van straks over een steeds hogere pensioenvoorziening beschikt. Het gemiddeld inkomen per huishouden zal daardoor stijgen. Er is echter nog weinig bekend over de wijze waarop de senior van straks de tijd zal doorbrengen, waar en hoe hij wil wonen en waaraan deze het inkomen bij voorkeur aan wenst te besteden. Nader onderzoek naar deze aspecten is nog nauwelijks gedaan. Anderzijds betekent dit dat er onderzocht moet worden op welke manier de senior straks zoveel mogelijk actief kan blijven en betrokken blijft bij maatschappelijke en sociale ontwikkelingen. Ook voor de arbeidsmarkt kan deze groep belangrijk blijven, vanwege de aanwezige kennis, de oplopende  pensioenleeftijd en het afnemende arbeidspotentieel.

Nieuwe kansen voor krimpgebieden
Uiteraard is krimp en vergrijzing niet alleen kommer en kwel. Er zijn voldoende mogelijkheden om met een duidelijke visie bij te sturen. In de bebouwde omgeving kan een kwaliteitsslag worden gemaakt, op andere plaatsen komt extra ruimte vrij voor natuur en groen. De opgedane kennis kan worden vermarkt aan de rest van Nederland die op den duur ook met krimp te maken krijgt. In de sector zorg en toerisme zit nog enige groei. De samenwerking met Aken kan positieve vruchten afwerpen. Niettemin dienen beleidsmakers zich te realiseren dat de opgaven en uitdagingen gigantisch zijn. Een transparante aanpak en adequate communicatie met de burgers kan er voor zorgen dat er een breed draagvlak ontstaat. De burgers van Parkstad moeten weten waar ze aan toe zijn, het bestuur zal het vertrouwen moeten verdienen en waarmaken. Na de trots komt een beter imago vanzelf.

Download hier het artikel met tabellen en grafieken
2010 toekomst Parkstad

Heerlen, februari  2010. © Leo van de Pas

Titanic Parkstad kan ijsberg nog ontwijken

“Alleen een actief migratiebeleid kan een doemscenario voor Parkstad voorkomen.”, zo voorspelt de Heerlense woningmarktonderzoeker Leo van de Pas. Parkstad is als de Titanic. Het verschil is dat de ijsberg waar de regio op afstevent, nog op grote afstand ligt. Een botsing kan zeker vermeden worden, mits kapitein en bemanning tijdig van koers veranderen. 
 
De Heerlense makelaar en woningmarktdeskundige reageert op de jongste prognoses van onderzoeksbureau Etil over de bevolkingskrimp. Die zijn nog rampzaliger dan al werd aangenomen. Parkstad loopt leeg: van 238.000 inwoners nu naar 169.000 in 2040. Voor Van de Pas komen die cijfers niet als een verrassing. De bekende wetenschapper Wim Derks bleef lang een roepende in de woestijn. Van de Pas: "Derks voorspelde al in 1997 dat de bevolkingsomvang in Zuid-Limburg en Parkstad ging afnemen. Pas in 2005 werd Derks serieus genomen toen hij  landelijke bekendheid kreeg”. Vanzelfsprekend moest deze daling gevolgen hebben voor de woningmarkt en je kon dat ook al aan de ontwikkeling van de woningprijzen zien. Woningprijzen stegen veel minder hard dan in de rest van Limburg en Nederland. Het ambitieniveau van menig wethouder en het Parkstad bestuur om veel woningen te bouwen bleef echter hoog.“ In 2005 kwam Parkstad nog met een ambitieus concept bouwprogramma van ruim 7.000 woningen tot 2010. Mede op aandrang van marktpartijen en de provincie werd dat aantal in 2006 fors naar beneden bijgesteld tot een acceptabel niveau. Anno 2008 kun je gelukkig constateren dat de beleidsmakers er wat de woningmarkt betreft bovenop zitten.

Maar de woningmarkt is slechts één facet van de bevolkingsontwikkeling. De belangrijkste oorzaak voor de afnemende bevolking is de daling van het aantal geboorten. Daardoor zien we nu een daling van het aantal leerlingen in het basis- en middelbaar onderwijs. Daarnaast trekken meer mensen weg dan dat er binnenkomen. Over een aantal jaar betekent dit dat de arbeidsmarkt minder instroom gaat krijgen. We hebben straks door de vergrijzing 35.000 tot 40.000 arbeidskrachten te weinig om alle huidige banen in te vullen. We moeten ons dus het meest zorgen maken over de arbeidsmarkt. Het risico dreigt dat bedrijven wegtrekken als zij niet voldoende medewerkers kunnen vinden, terwijl we juist bedrijven moeten binnenhalen, desnoods door de grond op Avantis tien jaar gratis in erfpacht te geven. Dat terrein braak laten liggen kost immers vele miljoenen aan belastingcenten per jaar.

Minder inwoners en huishoudens betekent ook minder gezinsbestedingen. Het huidig aantal winkels is dan boven de maat, waardoor leegstand kan ontstaan. Gemeenten komen dan zelf ook in de knel, omdat belastinginkomsten dalen. De vraag is of de voorzieningen op het huidige peil gehouden kunnen worden, laat staan dat er nog ruimte is voor nieuwe investeringen. Herschikking van het overheidsapparaat is dan een must of dat nou in de vorm van een herindeling is of anderszins.
 
Parkstad heeft de afgelopen jaren op vele terreinen een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Denk hierbij aan de vooruitgang op toeristisch en cultureel gebied. Met ontwikkelingen als de buitenring, het Maankwartier en een medisch park op Avantis kan Parkstad zich verder positief profileren. Door de lage woningprijzen is Parkstad een aantrekkelijk woongebied voor mensen die de drukke Randstad willen ontvluchten. Het zou echter jammer zijn als de ontwikkelingen worden geremd door de demografische ontwikkelingen. De grootste opdracht voor politici en het bedrijfsleven is dan ook om het negatieve migratiesaldo om te buigen naar een positief saldo. De komst van meer mensen naar Parkstad en dit met alle mogelijke middelen. Het is hoog tijd voor een krachtig en slagvaardig bestuur dat samen met ondernemend Limburg (Industriebank Liof en Kamer van koophandel en MKB) hiervoor alle middelen inzet. “Het orkest speelt prachtig, alle hens aan dek voor kapitein en bemanning voor de juiste koers, het is nog niet te laat!”.

Dalende bevolking in Limburg!

Cijfers en oorzaken
Regelmatig klinkt de kreet:  “Nederland is vol”. Dit is niet nieuw. In de jaren 50 vond het kabinet Drees al dat Nederland met 10 miljoen inwoners eigenlijk vol genoeg was. Op dat moment werd de omvang van de bevolking voor het jaar 1980 geraamd op 12 miljoen (uiteindelijk: veertien miljoen). In 1970 werd de prognose voor 2000 gemaakt, welke uitkwam op 20 miljoen (het werden er 16,5 miljoen). Wim Derks (UM) publiceerde in 1997 een prognose voor Limburg van 1.160.000 in 2007, daarna zou een daling inzetten. Limburg zou haar top wat inwoneraantal betreft echter al in 2002 bereiken met 1.142.000 inwoners. Op 1 januari 2007 bedraagt het aantal inwoners in Limburg 1.127.800. Kortom, voorspellingen zijn belangrijk en nuttig, maar vragen om permanente bijstelling. In dit artikel meer cijfermateriaal, prognoses en oorzaken van deze ontwikkelingen. Belangrijkste leverancier van het cijfermateriaal is het CBS, maar ook op andere websites, zoals van het ministerie van VROM en www.bevolkingsdaling.nl zijn prognoses te vinden.

Nederland/Limburg
De huidige prognoses gaan uit van een Nederlandse bevolkingsomvang van 17 miljoen in 2035. De bevolking van Limburg zal dan met nog eens 130.000 gedaald zijn tot ca. 1 miljoen. De regio Parkstad neemt een groot deel van de afname voor haar rekening. (met 45.000 tot 200.000 inwoners).  

Prognose in Europa
Er zijn meer landen in Europa die al met bevolkingskrimp te maken hebben of krijgen, zoals Duitsland  (-2,5 miljoen), Italië en Polen (elk -2 miljoen) en Letland en Litouwen (elk -300.000). Stijgers zijn er ook, zoals Engeland en Frankrijk (elk +5 miljoen), Spanje (+3 miljoen) en Ierland (+1 miljoen). De huidige EU landen hebben nu tezamen 459 miljoen inwoners. Dit aantal zal tot 2030 stijgen naar 470 miljoen om vervolgens te dalen naar 450 miljoen in 2050.

Wereldbevolking
De wereldbevolking zal vermoedelijk stijgen tot 8 miljard. Japan en de Russische Federatie behoren tot de dalers (-3 resp. -14 miljoen). De groei in India en Afrika is enorm.

VS +      8 miljoen (3%) Turkije    +  10 miljoen
China +    21 miljoen (1,6%)  India  + 200 miljoen (18%)
Afrika  + 450 miljoen     Brazilië  +   40 miljoen

Daling in Parkstad, maar ook in Zuid Holland
We zijn gewend geraakt aan een constante groei in velerlei opzichten. Hieraan komt een einde. In Parkstad is de bevolking sinds 1997 dalende. Ook Zuid Holland maakte in 2006 verrassend een eerste bevolkingsdaling mee van 5.000 personen. Na Limburg zal Zeeland als eerste met krimp te maken krijgen. De bevolkingsdaling zal een grote sociale en economische impact hebben. De invloed is reeds merkbaar in het onderwijs, omdat het aantal leerlingen daalt. De woningmarkt krijgt ermee te maken, omdat de woningvoorraad nauwelijks meer hoeft te groeien en de woonlasten per bewoner zullen stijgen. Maar vooral ook de arbeidsmarkt zal er door beïnvloed worden. Naast daling is namelijk ook sprake van een sterke vergrijzing. De beroepsbevolking zal in 30 jaar met meer dan 25% dalen.   

Minder geboorte, oorzaak nummer 1
De allerbelangrijkste oorzaak is de afname van het aantal geboorten: Lag dit cijfer voor Limburg in 1985 nog op 12.300, in 2005 is dat aantal gedaald tot minder dan 10.000
(Parkstad van 2.800 naar 1.800). Om qua bevolking op peil te blijven, zou elke vrouw gemiddeld 2,1 kind moeten baren. Dat aantal ligt echter op 1,7 en daalt nog iets tot 1,6. Het is niet moeilijk te berekenen dat de bevolking bij een gelijkblijvend geboortecijfer per generatie met 20% afneemt. Als dit cijfer zo laag blijft en migratie geen rol speelt, dan zal Limburg in 2056 nog 800.000 inwoners tellen en aan het eind van deze eeuw nog slechts 600.000.

Aantal huishoudens 2005-2025
De lage geboortevoet zorgt er mede voor dat de gezinsgrootte fors afneemt. Limburg kent van alle provincies het kleinste aantal huishoudens met 3 of meer kinderen (12% tegenover 16% landelijk). Tevens daalt de gemiddelde gezinsgrootte doordat het aantal eenpersoons huishoudens toeneemt. In de meeste regio’s van Limburg zal het aantal huishoudens voorlopig nog stijgen, om vervolgens te dalen tot ca. 500.000 in 2025 (thans 493.000). In Parkstad is echter, naast de sterke daling van de bevolking, de daling het aantal huishoudens al ingezet. In deze regio dienen nieuwbouwplannen dan ook voornamelijk ter vervanging van bestaande woningen. Meer kwaliteit en beter geschikt voor het groeiend aantal senioren.

Migratie
We baseren ons natuurlijk wel op de huidige prognoses van geboorte, sterfte en migratie. Vooral die laatste is een belangrijk factor. Wordt de fors dalende (beroeps) bevolking  aangevuld met (arbeids)migranten vanuit de overvolle Randstad of het buitenland? Heeft (Zuid)Limburg nog groeikansen? Hiervoor zijn economische ontwikkelingen elders in Nederland en de wereld van belang. Geboortecijfers zijn redelijk voorspelbaar en de beroepsbevolking van na 2035 is deels reeds geboren. De gemiddelde leeftijd loopt nog iets op, maar die groei nadert haar einde. De meest onzekere factor is de migratie. In 2006 vertrokken uit Nederland 130.000 personen tegenover een immigratie van 100.000. Vanaf het moment dat kopers van woningen in België en Duitsland eveneens belastingaftrek vanwege hypotheekrente genieten zijn extra verhuizingen vanuit Limburg op gang gekomen. Zullen  klimaatsveranderingen de migratie nog gaan beïnvloeden?
 
Acceptatie / verzet en gevolgen
Bevolkingsdaling hoeft geen probleem te zijn, mits deze tijdig wordt onderkend en geaccepteerd. De natuurlijke ontwikkeling kan nauwelijks worden gestuurd, ook al zal een goede economische structuur en een positief consumentenvertrouwen van invloed zijn op het geboortecijfer. Als de huidige trend zich voortzet zullen er minder leerlingen op scholen zijn en er zullen minder huizen, winkels en kantoren nodig zijn. Het aantal files kan afnemen en er ontstaat meer ruimte voor groen, natuur en rust. Er zal minder werkgelegenheid in diverse sectoren zijn door afnemende economische activiteiten, behoudens zorg en eventueel toerisme. De verhoogde aantrekkelijkheid kan Limburg extra bewoners van elders opleveren.

Visie en beleid
Bovenstaande ontwikkelingen vragen om een duidelijke integrale visie en een krachtig beleid.  Zowel overheid als maatschappelijke organisaties zullen hier samen aan moeten werken en dienen te zorgen voor een duidelijke communicatie met de burger.