Miljoenenwinst bij doorverkoop veilingwoningen!

86% van de woningen die via een zogenaamde executieveiling in het openbaar worden verkocht, is binnen enkele maanden met een forse winst doorverkocht. Dit blijkt uit een onderzoek van Woningmarktcijfers.nl, een website die de ontwikkelingen op de woningmarkt in Nederland volgt. Hiervoor werden veilingopbrengsten onderzocht op basis van data van het Kadaster.

In de maanden september t/m november 2005 werden 240 woningen vanwege financiële problemen van de huiseigenaar geveild. De gemiddelde opbrengst van deze woningen bedroeg 128.600 euro. Hiervan werden er 208 (86%) binnen 10 maanden doorverkocht voor gemiddeld 152.200 euro. De meeropbrengst van 23.600 euro (ruim 18%) verdween in zakken van handelaren of ging naar de banken die de woningen op de veiling hebben ingekocht. De periode tussen executieveiling en doorverkoop bedroeg gemiddeld 4 maanden. In 2005 werden in totaal ruim 1900 woningen op deze manier verkocht. De winst na doorverkoop: meerdere tientallen miljoenen euro’s.

Banken en Waarborgfonds laten miljoenen liggen!
Volgens directeur Leo van de Pas zijn banken niet allemaal even actief om het verlies van de huizenbezitter/schuldenaar te beperken. Vooral bij hypotheken met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) laten deze op een veiling verstek gaan door niet actief mee te bieden en in te kopen. Het Waarborgfonds Eigen Woningen (belast met uitvoering van de Nationale Hypotheekgarantie) laat hierdoor miljoenen euro’s aan opbrengsten schieten. De kans is groot dat de huiseigenaar daardoor met extra schuld blijft zitten.

Woningen werden gemiddeld 50 maanden na datum aankoop geveild. Het betreft dus veelal ‘jonge’ kopers. De oorspronkelijke aankoopprijs lag gemiddeld op 134.600 euro. Wanneer deze aankoopsom wordt gecorrigeerd met de gemiddelde prijsstijging, zou de waarde op de veilingdatum gemiddeld 158.800 euro bedragen. Uiteraard is hierbij geen rekening gehouden met eventuele woningverbetering na aankoop en evenmin met waardedaling als gevolg van verwaarlozing. De gemiddelde doorverkoopprijs ligt derhalve slechts 6.000 euro onder de gecorrigeerde aankoopsom. ‘Wanneer het veilingsysteem transparanter wordt gemaakt (o.a. beter toegankelijk voor de particuliere consument) met een actievere rol van banken, het Waarborgfonds en verkoopondersteunende activiteiten van makelaars, zouden de verliezen voor de schuldenaren en geldverstrekkers nog verder kunnen worden beperkt’ aldus Leo van de Pas. Dat slechts 10% van de geveilde woningen een opbrengst had van meer dan 200.000 euro geeft wel aan, dat vooral de onderkant van de woningmarkt getroffen wordt door dit ‘besloten’ veilingsysteem.

Bijlage: www.woningmarktcijfers.nl/downloads/Grafiekexcecutieveiling.pdf

Bronvermelding:
Deze informatie mag niet gebruikt worden zonder de bron; www.woningmarktcijfers.nl te vermelden.

10 % meer tussenwoningen verkocht in 2006!

Gemiddelde koopprijs nu € 235.200,-, stijging 5,6 %!
De gemiddelde koopsom van alle in Nederland verkochte bestaande woningen is in de eerste 9 maanden van 2006 gestegen tot € 235.200,-. Dit is een stijging van 6,2 % ten opzichte van dezelfde periode in 2005. Ten opzichte van het gehele jaar 2005 bedraagt de stijging nu 5,6 % (zie tabel). In deze periode stegen de prijzen het meest in Friesland (6,7 %) en het minst in Overijssel (4,4 %). De stijging ging voor alle woningtypen vrijwel gelijk op.

Overzicht Provincies t/m 3e kwartaal 2006  
Provincie Gemiddelde koopsom Tov 1e 3 kw 2005 Tov 2005 Aantal Tov 2005
1. Utrecht

€ 271.100

5.9% 5.2% 12497 8.3%
2. N-Holland

€ 262.300

6.8% 6.0% 25837 5.4%
3. N-Brabant

€ 257.200

5.9% 5.4% 22654 8.2%
4. Gelderland

€ 248.700

5.7% 5.2% 17256 5.8%
5. Z-Holland

€ 225.300

5.8% 5.5% 33983 2.9%
6. Overijssel

€ 207.100

5.4% 4.4% 9421 0.1%
7. Flevoland

€ 205.900

5.0% 5.0% 4125 11.5%
8. Drenthe

€ 204.900

6.9% 6.5% 4597 3.3%
9. Limburg

€ 201.100

6.0% 5.3% 9331 0.9%
10. Zeeland

€ 199.600

5.9% 5.3% 3747 -1.1%
11. Friesland

€ 190.800

6.4% 6.7% 6039 6.4%
12. Groningen

€ 176.200

5.4% 4.8% 5117 3.6%
  Nederland

€ 235.200

6.2% 5.6% 154604 4.8%

10 % meer tussenwoningen verkocht in 2006!
In de eerste 9 maanden van 2006 werden in Nederland 154.600 bestaande woningen verkocht, 4,8 % meer dan in dezelfde periode in 2005. Het gaat om alle transacties in Nederland zoals deze door het Kadaster worden geregistreerd.

Uitschieter met meer dan 10 % stijging is de provincie Flevoland (11,5 %). In Zeeland daalde het aantal transacties en werden 1,1 % minder woningen verkocht. Na een stormachtige verkoopperiode in het eerste kwartaal van 2006 (+15 % meer verkopen) komt de woningmarkt aan het eind van het jaar in rustiger vaarwater. De tussenwoning nam met een stijging van 9,9 % het leeuwendeel voor haar rekening. De verkoop van 2-onder een kap woningen steeg met 4,7 %, vrijstaand met 3,5 % en appartementen met 2,7 %. hoekwoningen werden minder verkocht, namelijk -1,1%. Op provinciaal niveau zijn de verschillen groter, maar dat is van alle tijden. Er worden immers telkens andere woningen verkocht.

Bronvermelding: Deze informatie mag niet gebruikt worden zonder de bron; www.woningmarktcijfers.nl te vermelden.

Provinciale huizen

Gedeputeerde Ger Driessen brak vorig jaar al een lans voor de startende huizenbezitter. Met het 1000 woningen plan werden in no time afspraken gemaakt over de bouw van 1000 goedkope starterswoningen verdeeld over geheel Limburg. Vooral de snelheid waarmee de regeling van de grond kwam was opvallend en dwong respect af. (Het is te hopen dat deze werkwijze op meerdere beleidsterreinen wordt gevolgd). Gemeenten en bouwers werkten mee om voor maximaal € 140.000,- aantrekkelijke woningen te bouwen en de meeste woningen zijn inmiddels bewoond.

Natuurlijk valt er hier en daar wel kritiek te beluisteren, zoals het feit dat de starterswoning in gemeenten met veel goedkoop woningaanbod (zoals in de regio Parkstad) de woningmarkt juist op slot zou gooien. Huiseigenaren die willen doorstromen naar een duurder huis maar nu tevergeefs wachten op een startende koper. Waar gehakt wordt vallen spaanders, zullen we maar zeggen. Maar opnieuw doet de provincie van zich spreken. Als eerste provincie in Nederland probeert het team van Ger Driessen via een financiële bijdrage de gemeenten te stimuleren om zich aan te sluiten bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Gemeenten (SVn).

Dit fonds, dat onder voorzitterschap staat van Thom de Graaf, maakt het voor mensen met een bescheiden inkomen mogelijk om toch een eigen huis te kopen. Ex minister Dekker gaf het fonds recent nog een injectie van 40 miljoen euro. De maximale koopgrens bedraagt meestal € 170.000,- en de maximaal te verstrekken renteloze lening € 30.000,-. Na 3 jaar wordt het inkomen opnieuw getoetst en bekeken of men dan wel zelf de rente kan betalen. Op het moment van ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst doen een kleine 20 gemeenten in Limburg mee. De gemeenten bepalen zelf de precieze regels en dat is jammer. Buiten een verschil in prijshoogte zou de regeling natuurlijk uniform moeten zijn en zouden ook alle gemeenten moeten meedoen.

Je kunt je natuurlijk afvragen of het wenselijk is dat provincie en gemeenten het eigenwoningbezit op deze wijze stimuleert. Mensen helpen met de aanschaf van een eigen huis, terwijl andere groepen gebruik moeten maken van voedsel- en kledingbanken. Het is de zoveelste regeling en de uitvoering ervan kost altijd weer tijd (en dus geld) voor overheden, juist in een periode dat velen roepen dat de overheid moet bezuinigen en terughoudend moet zijn met nieuwe initiatieven.

Wanneer een zittend huurder met deze regeling in staat wordt gesteld de huurwoning te kopen lijkt dit aardig, maar verdwijnt in feite een goedkope woning uit de huurmarkt. Wanneer echter de regeling gebuikt kan worden als vliegwiel voor meer doorstroming op de huizenmarkt met extra transacties, dan wordt niet alleen de woningmarkt gediend maar de gehele economie. Elke verkoop levert immers extra consumentenbestedingen op in de dienstverlenende sector (banken, makelaar, notaris) maar ook vervolg uitgaven aan verhuizers, woninginrichters, tuincentra etc. kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de werkgelegenheid en de Limburgse economie. Extra transacties levert de overheid extra overdrachtsbelasting op, waardoor de starterslening zichzelf snel terugverdient. Of je voor- of tegen bent, nu de regeling er eenmaal is, is het zaak dat er door zoveel mogelijk Limburgers gebruik van wordt gemaakt.

Huiseigenaren spreken duidelijke taal over beperking hypotheekrenteaftrek

Op 22 november kan Nederland zijn stem uitbrengen en een oordeel vellen over de verkiezingsplannen van de verschillende politieke partijen. De afgelopen maanden is veel gediscussieerd over eventuele beperking van de hypotheekrente aftrek. Sommige partijen hebben in elk geval een duidelijk standpunt ingenomen. Dit was voor de woonsite woonpleinlimburg.nl aanleiding om een onderzoek te doen naar de verwachtingen van de Limburgers op dit gebied. De afgelopen maanden kon iedereen op de website van Woningmarktcijfers.nl meedoen aan een enquête over de hypotheekrenteaftrek. In dit artikel een uitvoerige uitslag van de meningen van overwegend Limburgse huiseigenaren die aan de enquête hebben deelgenomen.

Op welke partij wordt gestemd?
Van de ondervraagden zegt 25% op de VVD te zullen stemmen, deze is daarmee favoriet. Het CDA volgt op de tweede plaats met 16%. De PvdA en SP krijgen elk 12% gevolgd door de Partij van de Vrijheid (groep Wilders) met 7%. Belangrijk is verder dat 20% van de mensen aangeeft nog geen keuze te hebben gemaakt.

Kans op veranderingen
Ruim de helft van de mensen verwacht dat de aftrek voor bestaande huiseigenaren zal worden gehandhaafd. Voor nieuw af te sluiten hypotheken is men daar minder zeker van. De helft denkt zelfs dat bij nieuwe, hogere hypotheken (vanaf € 300.000,-) de aftrek ingrijpend zal worden beperkt. Bijna 60 % van de ondervraagden geeft aan momenteel nog geen rekening te houden met stijgende woonlasten als gevolg van een beperking.

Beïnvloed stemgedrag
Ruim de helft geeft aan anders te gaan stemmen als hun favoriete politieke partij plotseling met beperkende maatregelen komt, terwijl daar niet op was gerekend. Ook is de kwestie op zich al voor de helft van de mensen aanleiding om voor dit onderwerp juist wel te gaan stemmen. Hieruit blijkt dat het onderwerp zeker leeft onder de bevolking.

Wat moet er volgens u gebeuren?
29% zegt dat er absoluut niet getornd mag worden aan de renteaftrek. Opvallend is echter dat 25 % aangeeft dat voor nieuwe, hogere hypotheken (€ 300.000,-) de aftrek mag worden beperkt en maar liefst 27% vindt dat aftrek bij alle bestaande en nieuwe ‘hogere” hypotheken mag worden beperkt.

Wie vulden in?
Van de invullers is 3% een huurder, die wil blijven huren, 13% een koopstarter, 28% een huiseigenaar die een andere koopwoning wil; 55% eigenaren die niet willen verhuizen en 1% eigenaren die naar een huurwoning willen verhuizen. De uitslag betreft vooral de positie van de huiseigenaar. Wanneer huurders op grote schaal aan de enquête hadden meegedaan zou het resultaat heel anders zijn geweest.

Inkomen
Bij uitsplitsing naar inkomen valt op dat de SP bij een gezinsinkomen tot € 2.000,- de meeste stemmen krijgt (23%), maar ook dat 27% nog niet weet op wie men gaat stemmen. 43% verdiende een netto gezinsinkomen tussen € 2.000 en € 3.000,- Van deze groep krijgt de SP nu 11% van de stemmen, maar komt de VVD op 21%, gevolgd door CDA (20%), PvdA (15%) en PvdV op 8%. Van de ondervraagden verdiende 34% meer dan € 3.000,- Hier stemt 41% VVD en slechts 4% SP. CDA volgt met 17% en PvdA met 9%. Het aantal personen dat nog niet weet op wie men gaat stemmen bedraagt nu 14%.

Klik hier voor de volledige uitslag.

Bronvermelding: Deze informatie mag niet gebruikt worden zonder de bron; www.woningmarktcijfers.nl te vermelden.