Maat in gemeentelijke lasten

Als het aan Minister Ter Horst ligt, krijgen de gemeenten het in de toekomst pas echt druk. Volgens haar moet de gemeente over alles gaan. Het bepalen vanaf welke leeftijd jongeren alcohol mogen drinken en vaststellen van de hoogte van de OZB zijn slechts enkele recente voorbeelden. Maar goed dat onze Camiel Minister van Verkeer en Waterstaat is, anders zou je misschien bij de entree van elke gemeente een bord kunnen aantreffen met het opschrift: “Hier rijdt men rechts”, ofwel “Deze gemeente kiest voor links rijden”. Kans op chaos? “Natuurlijk is het even wennen, maar wij denken dat het na een tijdje best wel zal lukken”, aldus de minister na gedegen onderzoek. De huidige verschillen in tarieven van de OZB voor de huiseigenaar zijn nu reeds absurd en door niemand uit te leggen. En waarom kost een rijbewijs of paspoort in de ene gemeente het dubbele ten opzichte van een andere gemeente? Deze autonomie heeft niets met marktwerking van doen en geeft de burger slechts het gevoel van schijndemocratie. Mijns inziens heeft de burger veel meer behoefte aan duidelijkheid en zekerheid, oftewel een adequate dienstverlening tegen een zo laag mogelijke, bij voorkeur landelijk vastgestelde, prijs. De hoge kosten die gepaard gaan met het vaststellen van al die individuele regels staan in geen verhouding. Denk maar eens aan al het vergaderwerk en de papieren rompslomp van adviezen en rapporten die moeten worden opgemaakt. Kortom, extra werkgelegenheid voor ambtenaren en externe adviseurs en wie betaalt al die flauwekul? Juist ja, u en ik.

Bestuurders hebben kennelijk niet in de gaten dat kostenverhogingen bij de overheid direct tot minder bestedingen bij bijvoorbeeld de winkeliers leiden. De Euro kan immers maar éénmaal worden uitgegeven. Dat brengt mij op een andere discussie van de afgelopen weken: schaalvergroting c.q. gemeentelijke herindeling. Het is niet eenvoudig te bepalen welk inwoneraantal de ideale maat is voor een gemeente. Inwonertal is slechts een aspect terwijl regionale taken of internationale kwesties ook een rol kunnen spelen. Wel staat het toevoegen van extra taken haaks op minder bureaucratie en lagere overheidskosten. Het vraagt juist om een nog groter en nog deskundiger ambtenarenapparaat. Als ik mij echter, zoals nog niet zo lang geleden, bij een kleinere gemeente in Zuid Limburg vervoeg om vrij eenvoudige gegevens over een bestemmingsplan van een woonwijk op te vragen, blijkt niemand in staat mijn vraag te beantwoorden. De desbetreffende ambtenaar is met vakantie, waardoor het antwoord zeker drie weken op zich zal laten wachten. Slechts een simpel voorbeeld, maar ook deze kleine gemeente zal voor al haar taken (en die nog worden toegevoegd) moeten zijn uitgerust met voldoende gekwalificeerd personeel. Je houdt je hart vast voor het geval er echt iets aan de hand is.

Op bepaalde beleidsterreinen kan samenwerking, mits niet te vrijblijvend, een oplossing zijn. Voor het overige lijkt schaalvergroting eerder de ideale oplossing, al weten we vanuit het bedrijfsleven dat te ver doorgevoerde fusies uiteindelijk de efficiency grens te boven kunnen gaan. Wijsheid en vooral visie zijn geboden. Voor menig gemeentebestuur lijkt die rol discutabel. Door handig in te spelen op de emoties van de bevolking is elke herindeling bij voorbaat gedoemd te mislukken. Voor die enkele keer dat je naar het gemeentehuis moet voor een nieuw paspoort of rijbewijs is het zeker handig als je niet ver hoeft te rijden en gemakkelijk kunt parkeren. De totale bestuurskosten zullen echter door (steeds minder) inwoners moeten worden opgebracht. Een vergelijkend kostenplaatje voor de burger ontbreekt evenals de kans op enige inspraak. En dat terwijl de koper van een woning die een hypotheek afsluit tot 3 cijfers achter de komma geadviseerd wordt en uit meerdere hypotheekvoorstellen een keuze kan maken. Ook het prijskaartje van de overheid mag, nee móét dus meebepalend zijn!