In Nederland circuleren twee beladen H-woorden. De een staat voor gemeentelijke herindeling, de andere voor hypotheekrenteaftrek. De eerste was volop in het nieuws, de tweede de laatste tijd veel minder, zo lijkt het. In de verkiezingsstrijd was dat wel even anders. In het regeerakkoord is echter afgesproken om het er de komende vier jaar gewoon niet meer over te hebben. Niet meer over een beperking van de hypotheekrenteaftrek en ook niet over vergaande hervormingen in de woningmarkt. Dit betekent geenszins dat het onderwerp maatschappelijk onder het tapijt is verdwenen. Onder de oppervlakte woedt de discussie zeker voort. Diverse maatschappelijke organisaties vinden het doodzonde dat er jaren niets gebeurt, terwijl er te weinig wordt gebouwd, prijzen van huizen blijven stijgen en starters moeilijk aan bod komen. Een van de adviesorganen, de Vromraad, heeft onlangs het advies “tijd voor keuzes “opgesteld.
De raad stelt terecht dat de té geringe woningbouw voor een groot deel door de overheid zelf wordt veroorzaakt, o.a. door hoge grondprijzen en een té stroperige regelgeving. Ook het pleidooi voor een regionale aanpak verdient waardering. De raad is eveneens van mening dat allerlei subsidiestromen niet doelmatig worden aangewend en in de toekomst grote risico’s voor de overheid vormen. Men doelt hier op huursubsidies, koopsubsidies en jawel hoor, vooral de hypotheekrenteaftrek. De hypotheekschuld van alle Nederlanders tezamen loopt jaarlijks op en bij mogelijk stijgende hypotheekrente wordt de belastingaftrek elk jaar meer. De raad vindt dat de huidige investeringen niet efficiënt worden benut en dat vooral de hogere inkomens teveel profiteren van de renteaftrek. In het advies pleit de raad er vervolgens voor de problematiek als volgt op te lossen: schaf in 30 jaar tijd de hypotheekrente aftrek geleidelijk af. Doe hetzelfde met het eigenwoningforfait, de overdrachtsbelasting en de huurtoeslag. Voer in plaats hiervan een nieuwe woontoeslag in, voor zowel huurders als kopers. De vele miljarden die door de beperking van de hypotheekrente aftrek worden bespaard, kunnen worden ingezet om grondprijzen te verlagen en daardoor goedkoper te kunnen bouwen.
Behalve waardering voor het advies zijn er ook de nodige kanttekeningen te plaatsen. Allereerst lijkt het advies vooral aan te sturen op een inkomensnivellering en zwaar nadelig uit te pakken voor huiseigenaren met hogere inkomens. Er wordt met geen woord gerept over het afschaffen van die andere kostbare en inefficiënte heffing zoals de onroerende zaakbelasting. De aanpassingen inclusief de nieuwe woontoeslag zorgen eerder voor meer werkdruk bij de overheid dan voor minder. Prijzen worden bepaald door vraag en aanbod en deze wetmatigheid wordt ook door dit advies niet uitgeschakeld. Geen mens weet nog wat de economische gevolgen een vermoedelijke daling van de huizenprijzen zullen zijn. Nu maar afwachten of en wanneer iets met het advies wordt gedaan. Vooralsnog wordt er geen woning extra gebouwd.