Op naar de 500.000ste woning

Op 1 januari 2008 telde Limburg 496.000 woningen. Met een beetje geluk wordt eind dit jaar ergens in Limburg de 500.000ste woning gebouwd. Ook in de komende jaren mag de woningvoorraad nog licht stijgen, met name in Noord Limburg, maar op langere termijn vormen de CBS voorspellingen echter weinig aanleiding tot feestvreugde. Vooral vanwege een daling van het aantal huishoudens in Zuid Limburg zijn over 20 jaar 500.000 woningen  voldoende om alle huishoudens te laten wonen. De krapte op de woningmarkt is dan definitief voorbij. De vraag is wat dit betekent voor de woningmarkt en de prijsontwikkeling. Momenteel is ongeveer 62% van alle woningen een koopwoning. Volgens sommigen is de malaise op de woningmarkt al begonnen en staan woningen in sommige regio’s bij de vleet te koop, met lange verkooptijden als gevolg. Anderen praten over een crisis en dat er een luchtbel in de huizenprijzen zit, die elk moment uiteen kan spatten.
 
De koopwoningmarkt is gelukkig met objectieve cijfers in kaart te brengen. We weten precies hoeveel koopwoningen er in Nederland zijn, hoeveel woningen er per jaar worden verkocht en we weten hoeveel woningen er te koop staan. De verschillen zijn niet enorm. In Nederland krijgt jaarlijks 5% van de koopwoningen een nieuwe eigenaar. In Limburg ligt dit percentage op 4% en in de regio Parkstad op 4,6%. Dit cijfer zegt dus iets over de verhuisdrang. Limburgers zijn kennelijk iets meer honkvast dan de rest van Nederland. Het aantal mutaties in de koop- en huursector is onder andere afhankelijk van het aantal starters, mensen die voor het eerst zelfstandig gaan wonen. Deze groep is op basis van leeftijd nog tamelijk gemakkelijk in kaart te brengen. De grootste groep betreft echter doorstromers, mensen die vanwege een nieuwe baan elders, een veranderende gezinssituatie of veranderende financiële omstandigheden (moeten) verhuizen. Vooral deze groep bepaalt of het druk is op de woningmarkt. 

Dan het aanbod van koopwoningen. In Nederland staan 150.000 woningen te koop, hetgeen neerkomt op 3,75% van de voorraad koopwoningen. Voor Limburg zit dit cijfer op 3,9%.
In Parkstad, waar volgens diverse journalisten het woningaanbod tot het kookpunt gestegen is, ligt dit percentage op 4,5%. De cijfers wijzen niet direct op een malaise in Limburg,
maar laten wel zien dat het in Limburg gemiddeld genomen langer duurt om een woning te verkopen dan elders in Nederland. De gemiddelde verkoopprijs stijgt in Limburg in het eerste kwartaal met 1,8%, een fractie lager dan landelijk. Al met al is er vooralsnog geen reden voor paniek, echter wel voor waakzaamheid en alertheid, zodat we straks met gepaste trots de 500.000ste woning kunnen verwelkomen.