Het wordt boksen, in of buiten (de) ring

De aanleg van de buitenring in Parkstad staat momenteel volop in de belangstelling. Na 30 jaar discussie weten we nog steeds niet of deze weg er komt en of we er nog iets aan hebben. Een stereotiep voorbeeld van hoe het plannen maken in Nederland verloopt. De economische betekenis voor bijvoorbeeld de werkgelegenheid en de woningmarkt zijn momenteel lastig in te schatten. Voor de grotere broer, de aanleg van de A73, zal niemand in Midden Limburg aan het economische nut twijfelen. Een andere ontwikkeling, het niet doorgaan van de aanleg van de Oost West baan, heeft op Maastricht Aachen Airport duidelijk zijn sporen achtergelaten. Hoe zou het met de economie en woningmarkt in Parkstad zijn gegaan als het volbouwen van bedrijvenpark Avantis destijds niet door de korenwolf was geremd en we al 20 jaar van de buitenring hadden kunnen profiteren?

Zaken die duidelijk maken dat de Limburgse woningmarkt van veel economische factoren afhankelijk is. Op korte termijn is er nog weinig aan de hand. Ook in het eerste halfjaar van 2008 gingen de prijzen lichtjes omhoog. Op de langere termijn zijn veel zaken onzeker. De ontwikkeling van de bevolkingsomvang is er één van en verondersteld mag worden dan dit inmiddels bij iedereen tussen de oren zit. Of dat ook zo is ten aanzien van de werkelijke impact op langere termijn is nog maar de vraag.

Minder mensen zal op vele terreinen van invloed zijn. Minder leerlingen in het onderwijs, dus minder scholen. Minder bestedingen in winkels, vooral ook minder mensen die aan het werk zijn. Technische ontwikkelingen kunnen er voor zorgen dat er straks minder mensen nodig zijn om dezelfde hoeveelheid werk te verzetten. De vraag is echter of er voldoende werkzame personen overblijven. De Limburgse potentiële beroepsbevolking (15 tot 64 jaar) zal volgens de voorspellingen van het CBS in 2040 met 260.000 personen gedaald zijn. Het aantal werkzame personen met maar liefst 160.000.

Hoe lost werkgevend Limburg dit op? Betekent dit dan ook dat er minder kantoren en fabrieken nodig zijn? Worden er opnieuw werknemers uit andere delen van de wereld naar Limburg gehaald? Of gaan bedrijven hun kantoren en fabrieken verplaatsen naar elders waar wel arbeidspotentie beschikbaar is. Welke invloed zullen deze ontwikkelingen dan hebben op de Limburgse bevolkingsomvang en de woningmarkt? Hoe reageren de politieke leiders op deze ontwikkelingen? En als de politici plannen maken om de economische structuur te versterken, in hoeverre mogen deze dan natuur of andere maatschappelijke belangen aantasten? Het lijkt inderdaad op het kip-en-het-ei verhaal. Kan de aanleg van een buitenring nog iets goedmaken? Voor de woningmarkt zit er onder deze omstandigheden maar één ding op, afwachten en lijdzaam toezien wie als overwinnaar uit de strijd komt.