Weg met de overdrachtsbelasting

De 6% overdrachtsbelasting, verschuldigd bij de aankoop van een huis, levert de overheid jaarlijks drie miljard euro op. Dit lijkt een belangrijke inkomstenbron voor de overheid, maar dat valt in werkelijkheid mee. De koper financiert ook deze kosten in de meeste gevallen, trekt de daarover betaalde rente af en krijgt in 30 jaar het grootste gedeelte van de overdrachtsbelasting terug. De laatste weken valt opnieuw de suggestie te horen dat de overdrachtsbelasting, al dan niet tijdelijk, moet worden verminderd of afgeschaft om de woningmarkt vlot te trekken. Hoe belangrijk kan afschaffing zijn voor de woningmarkt?   
Een voorbeeld ter verduidelijking. De gemiddelde woningprijs is momenteel € 250.000. De te betalen overdrachtsbelasting bedraagt  € 15.000. Hierover betaalt de huiseigenaar bij 6% hypotheekrente jaarlijks € 900. Bij een gemiddelde belastingheffing van 40% ontvangt deze  30 jaar lang € 360 terug oftewel € 10.800 in totaal. We kunnen bijna spreken van een renteloze lening aan de rijksoverheid. Maar iemand die de rit niet uitzit en verhuist, moet opnieuw overdrachtsbelasting c.q. een verhuisboete betalen. De overdrachtsbelasting belemmert de doorstroming en houdt mensen tegen om eerder te verhuizen, bijvoorbeeld wanneer de woning niet meer helemaal geschikt is of bij een nieuwe baan in een andere omgeving. Om de kosten koper (totaal ca. 10%, maar met NHG wordt vaak 12% mee gefinancierd) terug  te verdienen, moet de eigenaar, bij een prijsstijging van 3% per jaar, 4 jaar wachten totdat hij de woning schuldenvrij kan verkopen. Wanneer de prijzen minder hard stijgen, of eventueel dalen, kan de terugverdienperiode fors oplopen. Het afschaffen van de overdrachtsbelasting kan de terugverdientijd met 2 tot 3 jaar verkorten. Wanneer mensen blijven wonen, omdat men tevreden is en goed woont, is er niets aan de hand. Indien eigenaren echter blijven zitten vanwege de overdrachtsbelasting, heeft dat ernstige gevolgen voor de woningmarkt, de arbeidsmobiliteit en de economie. In 2008 zullen ongeveer 8% minder woningen worden verkocht dan in 2007, 16.000 minders transacties betekent 200 miljoen euro minder bestedingen bij makelaars, notarissen en banken en nog eens 400 miljoen minder bestedingen bij verhuizers, woninginrichters, keuken- en tuincentra etc. Oftewel minder werkgelegenheid in diverse sectoren en minder belastinginkomsten bij de overheid. 
Gelijktijdig met de afschaffing van de overdrachtsbelasting zal de leenquote voor hypotheken moeten worden verlaagd met een percentage dat een daling van de leencapaciteit oplevert van € 15.000. Op deze manier wordt voorkomen dat door afschaffing van de overdrachtsbelasting de woningprijzen in no time met 6% extra zullen stijgen en de gewenste effecten deels verdampen. De afschaffing moet abrupt worden ingevoerd om te voorkomen dat kopers hun aankoop willen uitstellen, bij voorkeur in een rustige periode zoals nu, de tijd is er rijp voor.