Bouwen naar wens burger

Burgers moeten, veel meer dan nu is toegestaan, zelf kunnen bepalen hoe hun woningen er uit gaan zien. De rol van het Rijk, gemeenten en projectontwikkelaars moet worden verminderd. Dat is de uitkomst van een onderzoek, dat in september aan minister Cramer zal worden aangeboden. Aan het onderzoek, dat is betaald door overheden en marktpartijen, is zes jaar gewerkt. Eén van de conclusies van het onderzoek is dat er sinds de Tweede Wereldoorlog wel véél woningen zijn gebouwd, maar dat deze nauwelijks voldoen aan de wensen van de consument. Conclusies die ons reikhalzend doen uitkijken naar een volledig verslag van het onderzoek.

Feit is dat direct na de Tweede Wereldoorlog enorme woningtekorten moesten worden weggewerkt. Begrijpelijk is, dat in die periode het adagium kwantiteit voor kwaliteit gold. De financiële middelen waren in die tijd beperkt. De naoorlogse periode werd gevolgd door de jaren zeventig en tachtig, een periode die juist werd gekenmerkt door gelimiteerde bouw, in de vorm van contingenten. Elke gemeente kreeg jaarlijks een maximaal aantal woningen dat mocht worden gebouwd toebedeeld. Vooral de grotere gemeenten kregen uitbreiding. Voor de kleine, landelijke gemeenten was weinig ruimte om te groeien, waardoor de eigen jeugd vaak gedwongen werd zijn heil elders te zoeken. De gesubsidieerde woningbouw in de vorm van premie A-woningen was een opvallend verschijnsel en trok in de grensregio’s zelfs buitenlandse kopers. In de jaren negentig verschenen de zogenaamde VINEX wijken, grote woongebieden in en aan de rand van grotere steden, die opnieuw dienden om ernstige woningtekorten weg te werken. In Limburg bleef dit overigens beperkt tot slechts enkele gebieden. Het wegwerken van die grote woningtekorten werd maar al te vaak als excuus aangevoerd om de wensen van de burgers te negeren. Een vertaling van een al dan niet succesvol woningbouwbeleid is blijvend zichtbaar in de markt, de hoeveelheid woningen die te koop of te huur staat alsmede de prijsontwikkeling.

Nu de bevolkingsgroei in diverse regio’s buiten de Randstad een pas op de plaats maakt, ontstaat er meer ruimte om aan kwaliteit van de woonbeleving te werken en rekening te houden met de wens van de bevolking. Op wild bouwen met kans op Belgische toestanden zal niemand zitten te wachten, ook dan zal de markt haar werk doen. Blijft over het lastige vraagstuk van de steeds veranderende woonwens van de consument. In een periode van economische crisis zullen het vooral de financiële omstandigheden zijn, die voor verandering zorgen. Daarnaast zullen demografische aspecten, zoals vergrijzing en individualisering, er voor zorgen dat telkens nieuwe grenzen moeten worden opgezocht. Van een zesjarig onderzoek mag een serieuze bijdrage worden verwacht.