Voldoende zekerheden voor veilige woningmarkt

Dertig jaar geleden stond Nederland aan de vooravond van een economische crisis die de woningmarkt, voor het eerst in de naoorlogse periode, hard zou raken. De werkeloosheid was fors opgelopen, tot dubbele cijfers van de huidige. De hypotheekrente steeg tot 12% en allerlei beschermende waarborgen, zoals wij die nu kennen met de Nationale Hypotheekgarantie, bestonden toen nog niet. De gemiddelde woningprijs bedroeg destijds 200.000 gulden, maar deze zou in enkele jaren tijd dalen tot 140.000 gulden. Huiseigenaren die toen vanwege baanverlies gedwongen waren de woning te verkopen en geen andere (eveneens goedkopere) woning konden terugkopen, werden geconfronteerd met een behoorlijk vermogensverlies. De woningmarkt beleeft op dit moment weliswaar zware tijden, maar in vergelijking met die periode is van een algehele instorting geen sprake. In vergelijking met andere Europese landen doet Nederland het zelfs goed. Uiteraard zorgt de huidige economische dip voor meer werkeloosheid en is opnieuw sprake van een, zij het lichte, daling van de huizenprijzen. Voor de starter is dit een lichtpunt, hij kan immers goedkoper kopen, voor de doorstromer maakt het niet veel uit, alleen degene die de koopmarkt verlaat, treft een gering vermogensverlies, met name wanneer de koopwoning pas kort geleden was aangeschaft. De daling van de woningprijzen met € 10.000 of € 20.000 lijkt voornamelijk een emotioneel probleem, veroorzaakt door ons denken en geloven in een permanente prijsstijging. Bij een auto van een gemiddeld prijsniveau, vinden wij het immers heel normaal dat deze elk jaar € 5.000 in waarde daalt.

Toch vond onze nationale financiële waakhond, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) het deze week nodig aanvullende eisen te promoten met betrekking tot de maximale financiering van woningen in Nederland. Behoudens enkele financiële excessen, die meer met fraude dan met wat anders te maken hebben, heeft de Nederlandse woningmarkt het behoorlijk voor elkaar. Ondanks de economische crisis blijft het aantal mensen dat echt in de problemen komt beperkt tot enkele duizenden per jaar, veelal door echtscheiding, soms door baanverlies of gewoon vanwege een onzorgvuldige planning van het huishoudboekje. Hoe pijnlijk die situatie voor betrokkenen ook zal zijn, in feite gaat het om een fractie van de vier miljoen eigenhuizenbezitters die we in Nederland hebben. Aantallen die niet persé hoeven te stijgen. Door de recente verhoging van de financieringsgrens tot € 350.000 kunnen namelijk steeds meer kopers gebruik maken van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG). De NHG levert niet alleen een lagere hypotheekrente op maar zorgt er tevens voor dat huiseigenaren niet met een restantschuld blijven zitten wanneer de woning door baanverlies, ziekte of echtscheiding gedwongen moet worden verkocht. De NHG verlangt bovendien dat een behoorlijk deel van de hypotheek gedurende de looptijd wordt afgelost en ook dat de top van de hypotheek met een overlijdensrisicoverzekering is afgedekt. Kortom, aan vrijwel elk denkbaar risico is gedacht. In plaats van de weinig creatieve aanbevelingen zou de AFM er beter aan hebben gedaan een krachtig gebruik van de Nationale Hypotheekgarantie te bepleiten. Op dit moment maakt nog slechts ruim de helft van alle kopers die qua koopsom voor NHG in aanmerking komen ook daadwerkelijk gebruik van deze unieke regeling. Er valt dus nog een hoop aan extra zekerheden te winnen.