Scheefwonen

Bij scheefwonen zullen een aantal Limburgers in de oude mijnstreken denken aan de woningen die vanwege mijnontginning zijn verzakt en scheefstand vertonen. De bewoners wonen met aflopende vloeren en muren letterlijk scheef. Over deze groep wil ik het nu niet hebben, echter wel over het scheefwonen in financiële zin. Met financieel scheefwonen, dat  in de huursector voorkomt, wordt bedoeld dat mensen, gezien het besteedbare inkomen, te weinig of juist te veel huur betalen. Betaalt men te weinig, dan wordt dit goedkoop scheefwonen genoemd. Het probleem dat hierdoor ontstaat is, dat meer mensen met een laag inkomen in duurdere woningen moeten gaan wonen en deze vervolgens met een huurtoeslag moeten worden gesubsidieerd.

Al vele decennia wordt geprobeerd hier iets aan te doen, maar tot nu toe vruchteloos. Je woont tevreden en hebt geen trek om naar een duurdere huurwoning of koopwoning te verkassen. In allerlei hervormingsvoorstellen voor de woningmarkt, die gaan over de hypotheekrenteaftrek en dergelijke, wordt aan deze kwestie veelvuldig aandacht geschonken. Één van de suggesties is om alle huren marktconform te maken, dus fors te verhogen, en de mensen die het nodig hebben middels een huurtoeslag of anderszins te ondersteunen. Een ingewikkelde ingreep, die er uiteraard wel voor kan zorgen dat de balans tussen inkomen en huur meer in evenwicht komt. Datzelfde kan gezegd worden van het idee om huren afhankelijk te maken van het inkomen.

Over het algemeen kennen wij Nederlanders een hoge mate van vrijheid als het gaat om de wijze van besteden van het gezinsinkomen. Iemand die wat meer verdient, is niet verplicht een dure auto te kopen of van extra dure vakanties te genieten. Lang leve de vrijheid dus. Waarom wordt dan wel steeds geprobeerd deze groep uit de goedkopere huurwoningen te verdrijven? Huurders met een hoog inkomen betalen immers fors aan inkomstenbelasting. Met de belasting van één persoon kan de huurtoeslag voor één of meerdere huurders met een laag inkomen met gemak worden betaald. De afweging, die door de overheid gemaakt moet worden, is of die huurder bijvoorbeeld naar een koopwoning gedwongen kan worden, waar hij vervolgens gebruik gaat maken van de fiscale subsidiëring van de hypotheekrenteaftrek. Er komt dan weliswaar een goedkope huurwoning beschikbaar voor iemand uit een andere doelgroep, maar dit kent ook nadelen. Het vertrek van deze huurders maakt namelijk een einde aan het gemêleerde bewonersprofiel van een wijk, waardoor het verschil tussen de goedkopere en duurdere wijken ook in sociaal opzicht wordt vergroot. Regelzucht van bovenaf, of wonen in vrijheid, dat is het dilemma.