Nog een nachtje slapen

Morgenavond weten we hoe Nederland heeft gestemd. Dan is het de beurt aan de leiders van politieke partijen om keuzes te maken voor een nieuw kabinet en regeringsprogramma. Snelheid is geboden, maar niet ten koste van kwaliteit en een duurzame levensvatbaarheid. De 100 dagen durende ontdekkingsreis door Nederland van het vorige kabinet lijkt op zijn minst overbodig. Voor de woningmarkt breken spannende tijden aan. Gaat er wel of niets iets veranderen aan de huren, de hypotheekrenteaftrek, het eigenwoningforfait en de overdrachtsbelasting en zo ja, op welke termijn? Ik zou graag een uitgebreide analyse van alle mogelijkheden tot hervorming van de woningmarkt geven, maar daar biedt dit podium onvoldoende ruimte voor. Daarom beperk ik mij vandaag tot de overdrachtsbelasting.

Iedereen is het er over eens dat de 6% overdrachtsbelasting, die bij elke koop betaald moet worden, de aankoop van een woning door starters en doorstromers bemoeilijkt. Deze verhoogt de financieringsbehoefte en de woonlasten. Om alleen al deze kosten goed te maken, moeten woningen twee tot drie jaar in prijs stijgen. Het feit dat eigenaren te lang op één plek in hetzelfde huis moeten blijven wonen, heeft bovendien gevolgen voor de arbeidsmarkt en de mobiliteit. Het Centraal Planbureau heeft deze nadelen voor de welvaart berekend op een miljard per jaar. Hoe is het mogelijk dat een belasting die vanwege al deze negatieve effecten zo contraproductief is, zo lang blijft bestaan?

Het is dus de hoogste tijd om deze negatieve spiraal te doorbreken door per direct de overdrachtsbelasting af te schaffen en hiermee de woningmarkt een extra impuls te geven. Als de woningmarkt goed functioneert en er meer transacties plaatsvinden, levert dit extra werkgelegenheid en omzet op bij de dienstverlenende bedrijven die rondom de woningmarkt actief zijn, zoals notarissen, makelaars, banken, verhuizers, keukencentra en woninginrichters. Dit leidt vervolgens tot meer inkomsten bij de overheid uit omzet- en inkomstenbelasting, een winst die groter is dan het gemis van de 2 tot 3 miljard die de overdrachtsbelasting nu jaarlijks opbrengt. Bovendien gaan kopers minder financieren, waardoor er ook minder renteaftrek hoeft te worden terugbetaald. In de huidige situatie wordt de overdrachtsbelasting meegefinancierd en de daarover betaalde rente wordt in mindering gebracht op het inkomen. De besparing vanwege minder renteaftrek bedraagt 60 miljoen euro per jaar en dat levert bij een gemiddelde bewoningsduur van 15 jaar ruim een miljard op. De enige tegenmaatregel die hiervoor nodig is, is dat de leenquote (het bedrag dat mensen gezien hun inkomen kunnen lenen) eveneens wordt verlaagd. Dit voorkomt dat op momenten van veel vraag de woningprijs versneld zou kunnen stijgen. Snel afschaffen dus, de tijd is er nu rijp voor. 

Leo van de Pas, woningmarktdeskundige te Heerlen, www.leovandepas.nl