Hoe gaat het met de woningmarkt?

Het wel en wee van de huizenmarkt is een geliefd onderwerp van discussie op feestjes en op de werkplek. Iedereen moet tenslotte wonen en een kleine tien procent van alle huishoudens is wel met verhuisplannen bezig. En dan de aandacht in de media. Journalisten en opiniepeilers ventileren hun mening over de ingestorte woningmarkt, de kwestie rondom de hypotheekrenteaftrek, de problemen van de starter, het steeds groter wordende aanbod of de oplopende verkooptijden. 

Gelukkig worden alle woningtransacties door het Kadaster geregistreerd en leveren bedrijven zoals Woningmarktcijfers.nl heldere analyses op kwartaal- en jaarbasis. Bepaalde patronen keren met regelmaat terug en kunnen veelzeggend zijn voor de toekomst. Toch laat een woningmarktstatistiek zich niet vergelijken met bijvoorbeeld een AEX index, welke uit hetzelfde mandje aandelen bestaat. Er worden immers telkens andere woningen verkocht. Soms worden meer (goedkopere) appartementen verkocht, in een andere periode juist meer (duurdere) vrijstaande woningen. De regionale verschillen kunnen daarom groot zijn, evenals de verschillen per maand, zoals het CBS deze publiceert. Januari is bijvoorbeeld traditioneel de maand met de minste woningtransacties en in december wisselen de meeste woningen van eigenaar. Januari is dus per definitie een dipmaand, waarna de aantallen geleidelijk omhoog krabbelen. Afhankelijk van de gekozen periode kan een vrolijk of een dramatisch verhaal worden gemaakt. Dit geldt ook voor de prijsontwikkeling. De lange termijn trend is redelijk betrouwbaar, maar op maandbasis kunnen de prijsschommelingen hevig zijn. Daarbij komt nog dat enkele bronnen een verschillend tijdspad hebben, hetgeen de duidelijkheid evenmin ten goede komt. De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) registreert bijvoorbeeld op het moment dat de koopovereenkomst bij de makelaar wordt getekend, veelal drie tot vier maanden voordat de notariële afwikkeling en kadastrale registratie  plaatsvindt.     

Voor de ontwikkelingen op de woningmarkt spelen een aantal factoren een belangrijke rol. Denk hierbij aan de economische ontwikkelingen met gevolgen voor werkgelegenheid en inkomensontwikkeling. Daarnaast het verloop van de hypotheekrente en het consumentenvertrouwen. En niet in de laatste plaats alle politieke beslissingen, die de inhoud van het besteedbare huishoudpotje bepalen. Na de eerste zeven stabiele jaren van deze eeuw, komt de woningmarkt in 2008 door de economische crisis in moeilijk vaarwater. Woningprijzen stijgen niet meer en dalen op de meeste plaatsen, het aantal transacties en de verkoop van nieuwbouwwoningen holt in 2009 met 30% achteruit. De doorstroming stagneert, omdat, geheel terecht, eerst de eigen woning verkocht moet worden. De resultaten over de eerste 9 maanden van 2010 laten een bevestiging van 2009 zien. Geen krachtig herstel, zoals velen wellicht hadden gehoopt, maar zeker ook geen verdere verslechtering van de markt. Je zou voorzichtig kunnen concluderen dat het dieptepunt wel is bereikt. Het herstel zal als gevolg van het grote woningaanbod nog langzaam gaan, het wachten is eigenlijk op meer krachtige besluiten van het kabinet, die de economie en de woningmarkt een extra impuls kunnen geven.