Kan de arbeidsmarkt de woningmarkt redden?

Recente cijfers van het CBS tonen opnieuw aan dat de groei van inwoners en huishoudens zich voornamelijk in de Randstad zal afspelen. De groei van het aantal huishoudens, vooral van belang voor de woningmarkt, is, met ruim een miljoen tot 2045, vooral het gevolg van de toename van het aantal eenpersoons huishoudens. Gemiddeld minder mensen in een woning dus, wat eveneens gevolgen zal hebben voor de grootte van woningen en de betaalbaarheid ervan. Die feiten spelen ook voor Limburg, ook al zal het aantal huishoudens na een beperkte stijging, sneller dan elders gaan afnemen. Voor sommige regio’s, zoals Parkstad, is de daling van huishoudens nu al een feit. Ondanks de daling van huishoudens zal er in de woningmarkt nog volop werk aan de winkel zijn, voornamelijk om de woningvoorraad en woningkwaliteit beter te laten aansluiten bij de wensen van de bevolking.
Een ander aspect dat steeds pregnanter voor Limburg wordt, is de arbeidsmarkt. Vanwege de vergrijzing heeft de potentiële beroepsbevolking, wat omvang betreft, reeds de daling ingezet, een proces dat de komende jaren alleen maar zal versterken. Door de dalende bevolkingsomvang zal in bepaalde sectoren weliswaar de behoefte aan arbeidskrachten afnemen, denk hierbij aan winkelpersoneel en dienstverleners. Aan de andere kant is in het geheel niet duidelijk hoeveel arbeidskrachten er op termijn nodig zullen zijn voor de zorg, de toeristische sector en andere sectoren. De mobiliteit speelt hierbij een rol, evenals de technische vooruitgang. Aannemelijk is echter, dat over een aantal jaren tekorten op de arbeidsmarkt ontstaan, tekorten die niet binnen de regio kunnen worden opgevangen. Hier biedt de krimp dus kansen, kansen om medewerkers van elders aan te trekken. De Kamer van Koophandel speelt hier al met nieuwe programma’s op in. De toestroom van personeel uit andere delen van Nederland of het buitenland kan dan resulteren in een positieve migratie. In het meest positieve scenario betekent dit, dat de krimp wordt afgeremd en er wellicht toch meer woningen nodig zullen zijn dan thans voorzien. Door een tijdige bewustwording van deze ontwikkeling en door hier krachtig op in te spelen, wordt de kans op het negatieve scenario ook steeds kleiner. Het negatieve scenario zou betekenen dat bedrijven er niet in slagen om arbeidskrachten van elders aan te trekken en naar andere gebieden met voldoende arbeidspotentieel zullen verhuizen. Nieuwe bedrijven zullen zich door deze tekorten al helemaal niet meer in onze regio willen vestigen. Dan zou de woningmarkt pas echt ver van huis zijn.

Crisis woningmarkt vanaf 2006 in beeld

De woningmarkt beleeft zware tijden. Ten opzichte van het topjaar 2006, toen er bijna 210.000 woningen van de hand gingen, is het aantal woningtransacties in Nederland gedaald met 40%. De top van de woningprijzen werd in 2008 bereikt met € 253.500.

Sindsdien is de gemiddelde koopsom met 5,5% gedaald tot € 239.500. In 2010 bleef de woningmarkt met pijn en moeite overeind. De gemiddelde koopsom steeg weliswaar met 0,5%, dit was echter voornamelijk het gevolg van meer verkopen van halfvrijstaande en vrijstaande woningen. Het aantal geregistreerde transacties daalde met 1,1% tot 126.127.

Lees het volledige artikel op Woningmarktcijfers.nl.