Overdrachtsbelasting

Met de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% krijgt de woningmarkt een prima impuls.  

Door deze verlaging moet het voor potentiële kopers makkelijker worden om de financiering van een nieuwe woning rond te krijgen. Dat was ook hard nodig, want door een forse verlaging van de leenquote vielen veel kopers buiten de boot. Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat de verlaging zal leiden tot meer hypotheekconsumptie. Door de verlaging van de overdrachtsbelasting hoeft er minder te worden geleend en hoeft er ook minder hypotheekrenteaftrek te worden terugbetaald. Per saldo natuurlijk niet, omdat het de bedoeling is dat er meer huizen worden verkocht en dus ook meer hypotheken worden afgesloten. De terugverdientijd van de kosten koper wordt gehalveerd, waardoor mensen eerder kunnen verhuizen, bijvoorbeeld bij verandering van baan.

Het is jammer dat de overdrachtsbelasting niet helemaal is afgeschaft en de verlaging slechts één jaar geldt. We kunnen nu wel een vreugdedansje maken, maar volgend jaar zitten we opnieuw met een kater, de problemen op de woningmarkt zijn dan nog zeker niet opgelost. Het huidige kabinetsbesluit is zeker een aardige opsteker en kan de weg vrijmaken voor definitieve en algehele afschaffing.  Een nieuwe bankenheffing moet nu een deel van het gemis aan inkomsten compenseren. Een rare methode om te compenseren, er zijn veel betere oplossingen denkbaar. Zo zou het niet meer dubbel aftrekbaar maken (eenmalig en jaarlijks via hypotheek) van de afsluitkosten van een hypotheek eveneens een besparing van 500 miljoen euro per jaar kunnen opleveren. Het bespaart ook nog werk bij de belastingdienst. Het zou bovendien meer dan reëel zijn om de premie voor de Nationale Hypotheekgarantie te verhogen naar 1 of 1,5%. Nu wordt nog geen half procent betaald, terwijl met NHG een rentekorting van een 0,5% per jaar wordt genoten en dat tijdens de gehele looptijd. Met een hogere premie kan de tijdelijk verhoogde grens tot € 350.000 blijvend worden, ook op dit onderwerp verdient de woningmarkt eindelijk zekerheid. Als volgens verwachting, vanwege de verlaging van de overdrachtsbelasting, het aantal transacties fors gaat toenemen, zal het verlies voor de overheid beperkt blijven. Door meer werkgelegenheid in de bouw en woningmarktsector, extra belastinginkomsten zoals BTW is het zelfs de vraag of de overheid er financieel op achteruit gaat. Er zijn dus volop argumenten om de overdrachtsbelasting definitief en helemaal af te schaffen en de woningmarkt volgend jaar niet opnieuw te frustreren.