Meer huishoudens, grotere woningvraag

Als de nieuwe prognoses van het CBS uitkomen, zal de behoefte aan woningen de komende decennia blijven toenemen. Een paar maanden geleden presenteerde Etil al haar nieuwe prognoses, waaruit naar voren kwam dat de afname van bevolking en huishoudens veel minder snel verloopt dan eerder werd aangenomen. De voorspellingen van het CBS zijn ronduit verbluffend. De verwachting is nu dat Limburg, wat huishoudens betreft, de top pas rond 2030 zal bereiken met 538.000 huishoudens, 30.000 meer dan de huidige stand. De groei in Midden en Noord-Limburg gaat nog iets langer door dan in Zuid-Limburg, maar zelfs de regio Parkstad Limburg blijft de komende 15 jaar nog groeien. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat alle woonvisies die gemeenten en provincie hebben opgesteld de prullenbak in kunnen, er kunnen echter wel accentverschuivingen worden ingezet. Het blijft immers onzeker in welke mate deze voorspellingen zullen uitkomen.

Los van de vraag hoeveel woningen nodig zijn, is eveneens de vraag boeiend aan welke  soort woningen Limburg de meeste behoefte heeft. De samenstelling van de huishoudens verandert en de vergrijzing gaat onverminderd door. Het aandeel in de leeftijdsklasse tot 30 jaar (de starters) neemt al snel af en daalt uiteindelijk met 25%. De leeftijdsklasse 30-64 (de doorstromers) jaar daalt al enige jaren en neemt bijna 30% af. Daarentegen zien we de groep 65+ die de ingezette stijging doortrekt en tot 2040 met bijna 60% zal toenemen. 

Bij het type huishouden zien we een forse stijging van de eenpersoonshuishoudens, deze nemen met bijna 50.000 toe. Hier staat een daling van de meerpersoonshuishoudens tegenover, met ongeveer 35.000 stuks. Door de toename van de eenpersoonshuishoudens komt de betaalbaarheid onder druk te staan. Er is steeds vaker sprake van slechts één inkomen, terwijl de steeds stijgende gemeentelijke lasten en energiekosten het effect versterken. Het inkomen stijgt veelal niet in dezelfde verhouding mee. De groep 65+ heeft veel vaker dan de jongere groepen voorkeur voor een huurwoning. In combinatie met de betaalbaarheid zou de verhouding tussen koop en huur wellicht op de schop moeten. De koopsector zal mogelijk last ondervinden van de groeiende groep senioren die van de koopwoning afwil, maar te maken krijgt met een geringer aantal starters en doorstromers.  Alle ontwikkelingen samen maken het niet gemakkelijk om bouwplannen en woonvisies voor de meest ideale situatie in te vullen. Een bijkomend effect is dat minder vaak dan voorheen gepland de slopershamer hoeft te worden gehanteerd.