Huisjesmelkers

Anders dan bij koeien, waar de melkproductie gelimiteerd is, lijkt in de woningmarkt geen einde te komen aan het uitmelken van eigenwoningbezitters. Elke boer weet dat een koe een bepaalde melkproductie levert. Het ras doet er toe, de leeftijd en de mate van een goede verzorging. Daarmee houdt het wel op, verkoopt hij zijn koe dan is het met de productie gedaan, gaat de koeienstand naar beneden, dan daalt ook de melkproductie. Hoe anders is dat in de woningmarkt.

In Nederland kennen we twee soorten huisjesmelkers, de minder populaire woningverhuurder en gemeenten via de Wet Onroerend Zaakbelasting. De gemeenten zijn als moderne huisjesmelkers aan te merken. De belasting wordt aan woningeigenaren opgelegd, een direct verband met de volkshuisvesting is ver te zoeken. De opbrengsten worden voor algemene, doorgaans wel goede, doeleinden aangewend en vormen een belangrijke inkomstenbron voor gemeenten. Rond deze tijd valt bij de meeste eigenaren weer een nieuwe aanslag in de bus. De frustratie zit vaak in het ongelimiteerd verhogen van de tarieven, als dat voor de begroting nodig is, alsmede de kwaliteit van de uitgevoerde taxaties. De vastgestelde woningwaarde dient, naast basis voor de OZB heffing, eveneens als uitgangspunt voor de heffing van het waterschap en de berekening van het eigenwoningforfait. Over dit eigenwoningforfait moet inkomstenbelasting worden betaald, tenminste als u nog een hypotheek op uw woning heeft. Voldoende reden dus om de vastgestelde waarde te controleren en indien nodig bezwaar te maken. In 2011 werden 250.000 bezwaarschriften ingediend. 

Volgens de Waarderingskamer zullen de waardes dit jaar gevoelsmatig hoger uitkomen dan de marktwaarde. De verklaring ligt in het feit dat de peildatum 1 januari 2011 is en de waardedaling van 2011 nog niet is verwerkt. Ondanks dit gegeven worden diverse eigenaren geconfronteerd met waardestijgingen van meer dan 20%. Zelfs bij licht stijgende tarieven zal de belastingopbrengst in de meeste gemeenten stijgen, ook al gaat het slechts om enkele tientjes per eigenaar. Vele tientjes maken uiteindelijk miljoenen. Stijgingen, die onvermijdelijk zullen leiden tot lagere consumptieve bestedingen en schade voor de economie. De term uitmelken lijkt me dan ook wel op zijn plaats. De uitvoeringskosten van de WOZ vergen eveneens miljoenen. Per object wordt ongeveer € 19,- aan kosten besteed, samen goed voor 160 miljoen per jaar. Als de overheid ergens op uitvoeringskosten kan bezuinigen, is het wel op het vlak van de WOZ.  Gemeenten kunnen eenvoudig worden gecompenseerd, precies zoals enkele jaren geleden met de afschaffing van het gebruikersdeel is gedaan. Gemeenten behouden met minder kosten hun inkomsten, dat is het grote verschil met de boer die zijn koeien van de hand doet.

Leo van de Pas, woningmarktdeskundige te Heerlen, www.leovandepas.nl