Haaks woningmarktbeleid

Planbureaus en politici zijn van mening dat onze huizenprijzen en hypotheekschulden zich op een gevaarlijk hoog niveau bevinden. Hervormingsmaatregelen moesten hier een einde aan te maken. Nu is dat met de prijsdaling (-12% sinds de top van 2007) aardig gelukt. Dat, en passant, het aantal transacties met 45% naar beneden ging moet kennelijk voor lief worden genomen. Een actie die leidde tot het instorten van de woningmarkt en de nationale economie. De economische schade door minder belastinginkomsten en hogere werkloosheid bedraagt meer dan 100 miljard. Aan de andere kant zijn we goed in het bedenken van reparatiemaatregelen. Zo werd in de toptijd de starterslening ingevoerd om mensen aan de onderkant van de markt met een tijdelijke renteloze lening toch in staat te stellen een eigen huis te kopen. Onze eigen provincie ontvouwde vorige week plannen om de startersregeling een impuls te geven door 12 miljoen euro extra beschikbaar te stellen tot en met 2015. Plannen die niet alleen haaks staan op de in de aanhef genoemde uitgangspunten, maar ook improductief. Allereerst zie ik weinig argumenten waardoor deze leningen de woningmarkt uit het slop kunnen halen. Het recente beleid van de overheid heeft er voor gezorgd dat het consumentenvertrouwen tot het nulpunt is gedaald, dit poets je niet even weg met dit extra bedrag.

Met een starterslening worden kopers gefinancierd boven hun financiële kunne en dat wilden we toch juist bestrijden. Niet veel meer transacties dus, maar wel mensen die, in plaats van een betaalbare woning van € 150.000 te kopen, dan maar kiezen voor een iets betere woning van € 175.000. Bijna de helft van alle in Limburg verkochte woningen is goedkoper dan € 170.000, de gemiddelde koopsom van deze woningen bedraagt € 125.000. Aan koopkansen ontbreekt het dus niet. Nu ben ik geen voorstander van bewust gecreëerde prijsdalingen, maar evenmin van het kunstmatig hoog houden van de prijzen. De markt moet gewoon haar werk kunnen doen. In feite is een starterslening geen subsidie aan de koper, maar aan de verkoper. Hierbij moet worden opgemerkt dat kopers, door de daling van de gemiddelde koopsom, de verlaging van de overdrachtsbelasting en hypotheekrente, nu gemiddeld 25% goedkoper uit zijn dan in 2008. Tenslotte draagt de regeling evenmin bij aan minder overheidsbemoeienis. In 2011 maakten 208 Limburgse kopers gebruik van de starterslening. Laten we aannemen dat dit aantal structureel 250 per jaar wordt. Deze kopers ontvangen gedurende drie jaar een renteloze lening van, laten we aannemen, gemiddeld € 25.000. Als het inkomen na drie jaar niet toereikend is, kan de periode worden verlengd. Bij een rente van 5% bedragen de kosten per koper in drie jaar € 3.750 en voor alle 750 kopers samen bijna drie miljoen. Voor de periode 2013-2015 lijkt een bedrag van 12 miljoen dan ook erg hoog, dit naast de bijdragen die van deelnemende gemeenten wordt gevraagd en de 20 miljoen euro die minister Blok onlangs aan de SVn startersregeling beschikbaar stelde. Hoe haaks ook, het voorstel zal zeker wel op enige sympathie van burgers kunnen rekenen.