Door de onzekere economische situatie kiezen consumenten steeds vaker voor een huurwoning. Het consumentenvertrouwen is laag en juist dit lage vertrouwen heeft de crisis op de woningmarkt zo ernstig gemaakt. In de omringende landen, zoals België en Duitsland, heeft dit nauwelijks gespeeld. Naast praktische en emotionele verschillen spelen financiële zaken vaak een doorslaggevende rol. Nadat de afgelopen maanden het kabinetsbeleid vooral op de koopwoning was gericht, zijn de veranderingen op de huurmarkt de laatste dagen nadrukkelijk in het nieuws. Het kabinet wil de scheefwoners (hoge inkomens in een goedkope huurwoning) aanpakken met huurverhogingen die kunnen oplopen tot wel 9% per jaar. Het gaat hierbij natuurlijk om een beperkte groep, maar ook iets minder hoge inkomens krijgen met extra huurstijging te maken. Vervolgens is het de bedoeling dat corporaties die extra huurverhoging gaan afdragen aan het rijk via de zogenaamde verhuurdersheffing. De Eerste Kamer moet deze plannen nog goedkeuren en daar is de nodige ophef over.
Kopers van woningen krijgen zoals bekend vanaf 2013 ook met extra lasten te maken, maar bij een koopwoning spelen meer factoren een rol. Zo kunnen kopers in 2013 minder hypotheek krijgen, echter omdat koopwoningen in 2012 ongeveer 6% goedkoper zijn geworden, speelt dit nauwelijks een rol. Verder moeten kopers volgens de huidige regels vanaf 2013 de hypotheek in 30 jaar helemaal aflossen. Dit leidt normaal gesproken tot hogere maandlasten. Omdat kopers in 2013 voor dezelfde woning minder hoeven te betalen als in 2012, vallen de extra lasten mee. Daarbij komt nog dat de hypotheekrente lager is dan in 2012. De rente zelf is iets gedaald, terwijl ook de opslag voor de spaarhypotheek vervalt. De jaren daarna krijgen huidige kopers wel te maken met oplopende woonlasten, omdat de hypotheekrenteaftrek via de annuïteitenhypotheek steeds lager wordt. Zolang de lonen door inflatie blijven stijgen, hoeven hierdoor geen extra problemen te ontstaan. Bij kopers van voor 2013 blijven de woonlasten meer gelijk, deze groep krijgt door de jaren heen meer financiële ruimte voor consumptie, een verbouwing of een grotere kans om door te stromen naar een duurdere woning. Zowel kopers als huurders krijgen de komende jaren te maken met stijgende energiekosten, terwijl eigenaren te maken hebben met alsmaar stijgende kosten voor de onroerend zaak belasting. Al met al kun je de conclusie trekken dat het niet uitmaakt of je koopt of huurt, gepakt wordt je toch. Niettemin blijft een objectieve afweging van de voor- en nadelen van kopen of huren wel van belang. Huurders hebben een aanvang lagere woonlasten en lopen minder financieel risico. Kopers lopen meer risico, maar zijn op langere termijn goedkoper uit door de vrije waarde na afloop van de hypotheek. Aan u de keus.