Hoop gloort voor woningmarkt

De malaise op de Nederlandse woningmarkt is een van de hoofdoorzaken voor de matige prestaties van de Nederlandse economie. Economen, planbureaus en politici verkondigen deze boodschap momenteel met verve. Waarheid als een koe! De woningmarkt, inclusief de bouwsector en andere vastgoedsector gelieerde branches, zijn samen goed voor 25 procent van onze nationale economie. Als deze sector halveert, dat is sinds 2009 gebeurd, laten de gevolgen zich gemakkelijk raden. Meer werklozen, minder belastinginkomsten, extra bezuinigingen bij de overheid en lastenverzwaringen voor de burgers. Burgers die vervolgens het vertrouwen kwijtraken en een rem zetten op uitgaven, vooral wat dure aankopen betreft.

Het is wrang om te constateren, het zijn dezelfde economen, planbureaus en politici van zo-even die de crisis hebben veroorzaakt. Huizenprijzen en hypotheekschulden waren te hoog en dienden naar beneden te worden bijgesteld. Nederland zou failliet gaan aan de hypotheekrenteaftrek, de woningmarkt moest worden hervormd. De oplossing is intussen erger dan de vermoedelijke kwaal. De afwachtende houding van de consument genereerde fatale gevolgen, die door onze deskundigen kennelijk niet zijn voorzien. Een toenemend woningaanbod, op elkaar wachtende verkopers en kopers en huizenprijzen die met ruim 15 procent naar beneden koersten. Veel eigenaren kampen inmiddels met een hypotheekschuld die hoger is dan de woningwaarde. Veel erger nog is dat het aantal transacties met meer dan 50 procent is afgenomen, de nieuwbouwsector is ingestort, waardoor de economie achteruit is gehold. De directe economische schade in deze periode kan worden geschat op 100 tot 150 miljard euro, los van de waardedaling van vastgoed van enkele honderden miljarden. Zouden de economen, planbureaus en politici zich ooit verantwoordelijk voelen voor de economische schade die zij hebben aangericht? Zullen burgers ooit hun schade kunnen verhalen bij de eindverantwoordelijke in deze, de overheid?

Het mag duidelijk zijn, herstel van de vastgoedsector is een must voor herstel van onze economie. Het heeft er alle schijn van dat de woningmarkt zich op eigen kracht, dus zonder wezenlijke overheidshulp, uit het moeras moet trekken. Dit lijkt toch langzamerhand te gaan gebeuren. De gemiddelde koopsom in Nederland schommelt al 13 maanden, zonder noemenswaardige dalingen, rond het niveau van 215.000 euro. Het aantal transacties, maar ook het consumentenvertrouwen lieten recent een lichte stijging zien. Kopers zijn wat rentelasten betreft nu 35 tot 40 procent goedkoper uit dan vier jaar geleden, terwijl huren alsmaar blijven stijgen. Goede rekenaars zullen weer vaker voor een koopwoning kiezen. De weg omhoog zal een lange zijn, het begin lijkt te zijn gemaakt.