Huishoudens en woningvoorraad

Voor de woningmarkt zijn zaken als economie, werk, inkomen, hypotheekrente en consumentenvertrouwen elementaire factoren, vooral voor de kortere termijn. Met de economie gaat het langzaam beter, terwijl ook het consumentenvertrouwen opkrabbelt. De gevolgen zijn zichtbaar in meer transacties en licht stijgende prijzen in de eerste maanden van 2014. Voor de langere termijn spelen demografische ontwikkelingen eveneens een belangrijke rol. In de afgelopen tien jaar is er veel aandacht geweest voor krimpscenario’s. Aanvankelijk door politici te laat onderkent en vervolgens te ver doorgeschoten naar een kramphouding. Dit zorgde voor ongewenste neveneffecten zoals een lastig imago voor de regio. Met enkele andere regio’s in Nederland vergrijst Zuid Limburg wat sneller dan de rest van Nederland. De bevolking neemt af net als de potentiele beroepsbevolking. Hoe dat precies uitpakt weten we nog niet, prognoses moeten immers regelmatig worden bijgesteld. Met de huidige prognoses zou het zo maar kunnen dat er over 10-20 jaar te weinig beroepsbevolking voorhanden is om het huidig aantal banen in te vullen. Hier liggen dus kansen en wellicht ook wel de noodzaak om mensen van elders hier naar toe te halen. Ontwikkelingen die tot nieuwe bijstelling van de prognoses zullen leiden.

Voor de woningmarkt zijn niet zo zeer het aantal inwoners van belang, maar meer het aantal huishoudens. Door een verdergaande gezinsverdunning neemt het aantal huishoudens in alle Limburgse gemeenten nog toe. Over geheel Limburg wordt tot 2025 een stijging van ruim 20.000 huishoudens verwacht. Over een jaar of tien zien we in enkele gemeenten een lichte daling optreden. Uiteraard zullen ook deze prognoses nog meerdere malen worden bijgesteld. Voor de meeste gemeenten betekent dit dat de woningvoorraad nog met extra woningen kan worden uitgebreid, dit naast de sloop en vervanging van verouderde woningen. Dat is goed nieuws voor de werkgelegenheid in de bouw en dus voor onze Limburgse economie. In gemeenten met minder groei is eveneens ruimte voor bouwactiviteiten, maar dan ligt het accent meer op kwaliteitsverbetering en vervanging. De vergrijzing, de gezinsverdunning en het feit dan senioren langer zelfstandig blijven wonen, vragen immers om een andere kwaliteit van woningen. Op het gebied van energiebesparende maatregelen is er eveneens nog veel werk te verzetten. Zodra sprake is van overschotten en leegstand dient een deel van de verouderde voorraad door sloop uit de markt te worden gehaald. Dit vraagt om een zorgvuldige planning van de lokale woningmarkt. Kennis en inzicht over het functioneren van de lokale woningmarkt zijn hierbij onontbeerlijk. Een geweldige uitdaging voor gemeenten, vooral voor de pas gekozen bestuurders en politici.