Laat de woningmarkt met rust

Het belang van een goed functionerende woningmarkt voor de economie wordt nog wel eens onderschat. Vóór de crisis was de economische bijdrage zeker 40 procent groter dan nu het geval is. Maar de woningmarkt herstelt, dus ook de bijdrage aan de economie. Zo verwacht men in 2014 zeker 35 procent meer transacties dan vorig jaar. Dit heeft een flinke impact op bestedingen en werkgelegenheid. Het geldt voor de hele sector, koop en huur, zowel nieuwbouw als bestaand. Voor de koopsector is het daarom van belang dat de rust bewaard blijft en het herstelde consumentenvertrouwen in tact blijft. De heersende onrust in de huursector gaat niet aan huurders voorbij en vraagt via adequaat beleid om een oplossing. De politiek zou er verstandig aan doen de woningmarkt zoveel mogelijk met rust te laten. Vaak wordt beweerd dat de woningmarkt de overheid, lees alle burgers, te veel geld kost en dat hierop bezuinigd mag worden. Ik denk dat deze stelling niet terecht is. Je vindt ook nergens een kosten/baten analyse voor de woonsector, niet als geheel en ook niet voor de individuele burger.

Laat ik een poging wagen en beginnen met de situatie van een burger die een nieuwbouwwoning koopt van 250.000 euro. De overheid casht direct aan BTW een bedrag van bijna 50.000 euro. Naast de BTW zijn er werkgelegenheidseffecten en andere inkomsten voor de rijksoverheid zoals loonheffing en, in goede tijden, ook vennootschapsbelasting. De gemeente ontvangt wellicht de grondopbrengst en anders zeker wel legeskosten. We gaan vervolgens uit van de situatie dat de koper een maximale hypotheek neemt tegen 4% rente. Volgens het huidige fiscale systeem wordt in 30 jaar aan renteaftrek na bijtelling van het eigenwoningforfait maximaal 45.000 euro aan de eigenaar terugbetaald. De gemeente ontvangt in de tussentijd bij een bewoningsduur van 40 jaar nog eens 30.000 euro aan onroerende zaakbelasting. Deze eenvoudige berekening toont aan dat elke gebouwde woning geld oplevert voor de overheid. Dit kan ook vrij eenvoudig op macro niveau worden becijferd. Natuurlijk kunnen er verbeteringen in het fiscale systeem worden doorgevoerd als deze de economie stimuleren of bijvoorbeeld de overheidsuitgaven beperken. Zo zou bijvoorbeeld de overdrachtsbelasting helemaal moeten worden afgeschaft om de daling in leenquote te compenseren. Verder zou met de afschaffing van de onroerend zaak belasting en het eigenwoningforfait gigantische uitvoeringskosten kunnen worden bespaard. In ruil daarvoor zou de renteaftrek, ook voor bestaande eigenaren, iets kunnen worden beperkt. Dus, de woningmarkt stimuleren en zeker niet in de wielen rijden.