Herstel economie en woningmarkt

De Nederlandse economie begint weer op stoom te geraken. Opnieuw zijn de groeiverwachtingen naar boven bijgesteld. De herstellende woningmarkt levert hieraan een flinke bijdrage. De onnodig veroorzaakte crisis op de woningmarkt zorgde vanaf eind 2008 immers voor een flinke dip. Als het aantal woningtransacties halveert en de nieuwbouwsector nagenoeg stil valt, is het niet zo moeilijk om uit te rekenen dat het economisch verlies enkele honderden miljarden euro’s bedraagt. De veroorzakers moeten we niet vergeten, banken en economen met negatieve voorspellingen, de politiek die het, door gebrek aan visie en daadkracht, liet afweten en de rol van de media. Het consumentenvertrouwen werd in no time om zeep geholpen. Het herstel lijkt sneller te zijn gekomen dan verwacht. Precies twee jaar geleden voorspelde Klaas Knot van de Nederlandse Bank nog dat de huizenprijzen in 2014 en 2015 zeker met 10 procent zouden dalen.

Ondanks de ingrepen op fiscaal gebied is de woningmarkt goed aan het herstellen. De uiterst lage hypotheekrente is hier vooral debet aan. De woningverkopen stegen vorig jaar met 40 procent en de verwachting is dat er dit jaar ook weer 10 tot 15 procent bijkomt. Dat ook de prijzen de weg omhoog hebben gevonden is vooral plezierig voor de eigenaren die in de crisisjaren “onder water” zijn geraakt. Voor een gezond vertrouwen in de woningmarkt is het belangrijk dat de huizenprijzen de inflatie een beetje volgt. Extreme prijsstijgingen zijn nergens voor nodig, maar kunnen ontstaan als vraag en aanbod niet in balans zijn. Dat dalende huizenprijzen slecht uitpakken voor onze economie is de afgelopen jaren wel bewezen. Toch zien sommigen in tijden van optimisme nieuwe beren op de weg. Zo vindt de Nederlandse Bank de totale hypotheekschuld van alle Nederlandse huishoudens met ruim 95 procent van het bbp te hoog. Een rare norm, je zou ook kunnen redeneren dat het bbp te laag is. Bovendien, de netto hypotheekschuld op alle woningen is minder dan de helft van de totale woningwaarde. Knot pleit er in navolging van de Europese Centrale Bank voor om de leencapaciteit op woningen verder te beperken. Voorlopig gaat deze de komende jaren terug tot honderd procent van de koopsom, maar bepleit wordt een verdere daling tot 90%. Startende kopers dus eerst enkele jaren laten sparen. De tijdelijke dip die dit voor transacties en prijzen zou opleveren, wordt kennelijk voor lief genomen. O ja, omdat die jonge mensen toch ergens moeten wonen, moeten wel extra maatregelen op de huurmarkt worden genomen. Vroeger noemden we zoiets het paard achter de wagen spannen.