Sparen voor een eigen woning

De tijd dat kopers de koopsom en alle bijkomende kosten op basis van een hypotheek konden financieren ligt al even achter ons. Vanaf 2016 kan maximaal 102 procent van de aankoopsom worden gefinancierd en vanaf 2018 nog slechts 100 procent. Rapporten van onder meer de Nederlandse Bank adviseren om in de nabije toekomst de maximale financieringsgrens op nog maar 80 procent van de koopsom te stellen. Kopers en vooral starters zouden dan 20 tot 25 procent aan eigen geld moeten sparen alvorens ze een eigen stulpje kunnen bemachtigen. De achterliggende gedachte van die adviezen is, dat de huidige financieringsnormen onverantwoord grote risico’s kunnen opleveren voor de stabiliteit van onze economie. Vaak wordt daarbij de vergelijking gemaakt met andere Europese landen die minder ruimhartig financieren en waarbij de totale hypotheekschuld minder grote vormen heeft aangenomen. Hierbij wordt doorgaans over het hoofd gezien dat Nederlanders, naast een relatief hoge bruto hypotheekschuld, enorme tegoeden hebben opgebouwd aan spaarpolissen en pensioenvoorzieningen. Onverantwoorde risico’s vanwege de gedwongen verkopen zijn ook al niet hard te maken. Zelfs in de achter ons liggende crisisjaren bleven deze binnen acceptabele aantallen en waren de financiële gevolgen via onze Nationale Hypotheekgarantie beheersbaar afgedekt. Bovendien kunnen hypotheken de laatste jaren alleen maar via annuïteit worden afgesloten. Het sparen gebeurt hierbij dan weliswaar achteraf, maar de opbouw van vermogen begint al vrijwel direct. Wanneer daarnaast nog met een waardestijging van bijvoorbeeld 1 procent rekening wordt gehouden, dan kan binnen 5 jaar al de gewenste overwaarde van tien procent worden gerealiseerd.

Onduidelijk is bovendien waar de groep die aan het sparen is moet gaan wonen. Kopen kan dan dus nog niet, terwijl huren op de meeste plaatsen in Nederland ook geen soelaas biedt vanwege tekorten in het aanbod en de lange wachtlijsten. Verder vallen de gevolgen voor de woningmarkt nauwelijks te voorspellen. Wat betekent dit voor het aantal transacties bijvoorbeeld en welke invloed gaat hiervan uit naar de huizenprijzen. De Nederlandse Bank en ook andere instanties doen wel een poging om deze effecten te becijferen, maar dat heeft nauwelijks zin. Niemand was een jaar gelden in staat om het krachtige herstel van de woningmarkt in 2015 te zien, laat staan dat er iemand is de ontwikkelingen over 5 of 10 jaar kan voorspellen. Het gedrag van de consument is hierbij onvoorspelbaar. In tijden van oververhitting van de woningmarkt zou het idee misschien nog wel een probaat middel kunnen zijn, maar ook dan zijn er betere oplossingen. Op dit moment is hier geen sprake van, ja in Amsterdam slaat de inhaalvraag wellicht wat fors toe, maar in de rest van Nederland is iedereen blij met het fraaie herstel en de verhoogde bijdrage van de woningmarkt aan de economie. Met de huidige lage hypotheekrente is dit herstel goed te verklaren en mogen we ook voor 2016 mooie resultaten verwachten. Het zou zonde zijn om deze opleving met rampzalige ideeën de das om te doen.